Reistest: Triumph Tiger 1200 GT Explorer


Het blijft knokken, daar in de categorie van de zware adventuremotoren. Niet om de eerste plaats, want aan de heerschappij van de Duitse Gelände/Straße lijkt weinig te doen. Wel om de plekken daaronder. Zowat elk merk mengt zich in de strijd, en wie niet hopeloos achterop wil raken, brengt best geregeld wat vernieuwing in z’n aanbod.

De Triumph Tiger 1200 is misschien wel de meest rechtstreekse concurrent van koning GS. Met het verdwijnen van de Yamaha Super Ténéré en de Honda Crosstourer is dat namelijk de enige resterende concullega met cardanaandrijving. De Moto Guzzi V85 TT doet het ook met een cardan, maar hoort met z’n 850 cc in het middensegment der adventures.


De zwaarste allroad uit de Triumph stal zag in 2012 het levenslicht als Triumph Tiger Explorer, kreeg in 2018 een grondige update en werd omgedoopt tot Tiger 1200, en reïncarneerde in 2022 voor een derde keer.

Het team uit Hinckley begon voor die herrijzenis met een schone lei en bouwde een volledig nieuw model. Als basis kozen ze de 1.160 cc driecilinder van de Speed Triple, waarvan de ontstekingsvolgorde en de kruktappen bijgesleuteld werden. Die aanpassingen moeten zorgen voor een sterker vermogen onderin, terwijl het vermogen in het middengebied en hogere toerentallen onaangetast blijft.

Ook het frame, de cardan en het design werden herbekeken, waarbij onder andere Lees verder

Test: Triumph Trident 660

“Ah, daar zijn ze ermee.” Dat schoot door mijn hoofd toen Triumph de nieuwe Trident aankondigde. Want is het niet logisch dat Triumph met haar rijke triple-geschiedenis ook in het huidige gamma een “klassieke” driecilinder naked aanbiedt?

De nieuwe Triumph Trident 660 is de derde Trident-generatie. Van 1968 tot midden jaren ‘70 en in de nineties bouwde Triumph haar twee eerste generaties. De nieuwe generatie kreeg een 660-motorblok zoals z’n naam verklapt.

Dat blok verschilt danig van dat van de Street Triple S waarin ook een 660 cc hart bonst. Uiteraard neemt de motor van de Trident onderdelen over van de Street, maar een kleine 70 nieuwe componenten zorgen voor een ander karakter. Terwijl de driecilinder van de Street vooral de nadruk legt op sportief topvermogen, mikt de Trident op de lagere en middentoeren. Dat zie je ook in de cijfers: 64 Nm en 81 pk voor de Trident, 66 Nm en 95 pk voor de “kleinste” Street.

Naast een nieuw motorblok toverde Team Triumph een volledig nieuw design uit haar hoed. De ronde led-koplamp is een vette knipoog naar de eerdere Trident-generaties, de tank met beklede knie-uitsparingen versterkt de klassieke look. Retro wordt het echter niet. Het geheel oogt best sportief, al blijft Lees verder

Reistest: Triumph Tiger 900 Rally Pro

Vorig jaar zwaaiden we de Triumph Tiger 800 vaarwel want Triumph onthulde de volledig nieuwe Tiger 900. Volledig nieuw, jawel, want nieuw motorblok, nieuw frame, andere remmen en vering, vernieuwde display …

Toen het persbericht binnenliep was het nochtans geen liefde op het eerste gezicht. De dubbele koplamp vond ik de 800 knap staan. De 900 gooit het over een andere boeg en het deed me niet onmiddellijk wat. Maar hey, een test zou me misschien op andere gedachten brengen. Dus: even ertussenuit met de Tiger 900 Rally Pro, vijf dagen naar de Moezel (het verslag daarvan vind je hier).

Liefde op het tweede gezicht?

Foto’s doen de werkelijkheid soms onrecht aan, dus ik was benieuwd of de vonk zou overspringen bij onze eerste ontmoeting. Helaas, ik voelde niks. Iets met verhoudingen. De koplamp lijkt wat te klein en heeft minder ballen dan het exemplaar van z’n voorganger. Het achterlicht op zich is oké maar werd in een plompe constructie verwerkt … En ook al wijkt de tank met z’n schuin naar voor hellende vorm minder af van de Tiger 800, en is de afwerking helemaal naar Triumph maatstaven (lees: piekfijn), toch blijf ik op designvlak op m’n honger zitten. Jammer want de 800 vond ik bij de knapste allroads horen.

In onze laatste review van de Tiger 800 (de XCa in 2018) haalden we een aantal verbeterpunten aan. We misten een quickshifter op de optielijst, de bandenkeuze was verouderd, tubeless banden leggen was onmogelijk, en mocht hellingshoektechnologie ook niet stilaan verschijnen op deze allroad? Triumph maakte er met de nieuwe Tiger allemaal werk van. Tenminste, als je voor het juiste model kiest.

Net als bij eerdere generaties is de Tiger 900 Lees verder

Test: Triumph Speed Twin

Met de Speed Twin herintroduceert Triumph een van de meest illustere namen uit haar geschiedenis. In 1937 lanceerde Triumph de Speed Twin 5T, de eerste serie-geproduceerde 500cc parallelle twin en een voorbeeld voor vele andere twins die zouden volgen. De “new” Speed Twin past in Triumph’s rijtje modern classics mooi tussen de Street Twin en de Thruxton. De looks hebben ze duidelijk afgekeken van de Street Twin, voor de prestaties is Triumph gaan shoppen bij de Thruxton. Het resultaat moest een moderne retro motorfiets worden met de stuurkwaliteiten van een naked. Is ze dat ook gelukt?

Met de looks zit het goed. Wat een beauty! De Speed Twin oogt even klassiek als de Street Twin maar kan zijn sportieve ambities niet verstoppen: gewicht op de neus, licht naar voor gekantelde tank, hoge kont. Na nog wat beter gekeken te hebben kan ik het kwijlen maar moeilijk onderdrukken.

Het prachtige blok, met de cilinders langs alle kanten mooi zichtbaar, de ononderbroken uitlaten, de geborstelde aluminium onderdelen, en die paintjob! Al vind ik Lees verder

Test: Triumph Scrambler 1200 XE

Toen Triumph eind 2015 de nieuwe Bonneville T120 en de nieuwe Thruxton aankondigde, was dat nog maar het begin van het verhaal dat ze aan het schrijven waren met hun volledig nieuwe 1200 cc twin. De Bobber volgde in 2017, de Speedmaster in 2018, en 2019 bracht zelfs twee nieuwe modellen waarbij de parallelle tweecilinder het hart vormt: de Scrambler 1200 en de Speed Twin. Dat Triumph op veel doelgroepen mikt, daar kan je moeilijk naast kijken.

Het meest benieuwd was ik naar de Scrambler 1200. Met z’n kleinere broer, de Street Scrambler, had ik al kort kennisgemaakt tijdens een offroadtraining. Een good-looking bike, maar op onverhard kon hij me moeilijk overtuigen. Iets wat de “Street” in de benaming eigenlijk al verklapte. Bij de Scrambler 1200 treffen we geen spoor van “Street” aan in de benaming. Veelbelovend.

Laat ons direct de koe bij de horens vatten en op het zadel van de Scrambler 1200 XE springen. Inderdaad, op het zadel en niet in. Met z’n zadelhoogte van 870 mm zit je op deze Scrambler zelfs hoger dan op een Tiger 800 XCa. Niet bepaald korte-benen-vriendelijk.

Swag & hightech

Vanop dat zadel valt je blik op het dashboard en de bediening op het stuur, en dringt heel snel tot je door dat dit geen back-to-basics scrambler is. De 1200 heeft een moderne TFT-display en een hoop knopjes. Triumph hees dus een heel arsenaal technologie aan boord.

Nochtans heeft de Brit ook geen gebrek aan swag. Z’n klassieke look oogt fantastisch en de afwerking van de hele motor, inclusief het blok, is om duimen en vingers bij af te likken: verzorgd en stijlvol. Tegelijk ziet de Scrambler 1200 XE er stoer en erg offroad-ready uit.

Zoals we vaker zien bij Triumph is de Scrambler 1200 Lees verder

Fotospecial: Matchlight Motorcycle Show 2019

Gisteren vond in Eindhoven de tweede editie plaats van de Matchlight Motorcycle Show. Zoals de organisatoren het zelf omschrijven: “a carefully curated collection of hand-picked vintage and custom motorcycles by some of Europe’s best builders”. Kleine impressie van al dat moois:

Piss Yellow Panhead door James Bull:

1975 Harley-Davidson SX 250 door Thermotec Coating:

Zoon Van Een Pistool door Simon’s Custom:

Bijzonder indrukwekkende, supercharged 1975 Ironhead door Kruyswater Motorfietsen:

Lees verder

Dubbeltest: BMW F 850 GS versus Triumph Tiger 800 XCa

Dit is de allereerste dubbeltest op Jean Le Motard en een gepaster duo dan de Triumph Tiger 800 XCa en de BMW F 850 GS hadden we daarvoor niet kunnen kiezen. Want zowel Jean als Jan F hebben een verleden met de voorgangers van deze twee nieuwelingen.

Jan F kocht in 2015 een Tiger 800 XCa, waarop intussen 37.000 km staat. Onder meer een allroadtrip naar de Alpen, een modderig weekend in de Ardennen en een weekje Sierra Nevada staan op het palmares van Jan z’n Tiger.

Jean ruilde in 2016 z’n BMW F 650 GS in voor een tweedehands 800 GS. Intussen tikte de teller zo’n 60.000 km aan, onder andere tijdens datzelfde vettige Ardennenweekend of recenter nog tijdens Endurofuns Midzomerrit.

Je kan daarom gerust zeggen dat Jan en Jean ervaringsdeskundigen zijn. Hieronder lees je dus niet enkel een vergelijking tussen de Brit en de Duitser, we kijken ook naar de progressie die dit duo maakt op hun voorgangers.

Pijnpunten

Jean: “Progressie kon er bij BMW zeker gemaakt worden. Hoe graag ik ook met m’n 800 GS rijd – want in mijn ogen is het een uitstekende allrounder – hij heeft wel wat punten die beter kunnen. Voor mij persoonlijk zijn dat:

– De remmen: Op oneffen ondergrond zoals kasseien weten ze vaak niet of ze moeten bijten of het ABS z’n gang moeten laten gaan.
– De vering: Te slap over het algemeen. Op asfalt valt vooral op hoe onwaarschijnlijk hard hij induikt bij een fors remmanoeuvre.
– Het geluid: Daar word je echt niet warm van.
– De power: Best oké maar je begint stilaan te voelen dat dit geen recent ontwikkeld blok is.
– De gasaanname: Beetje last van aan-uit-effect. In combinatie met de vering geeft dat de motor een nogal schichtig karakter.”

Jan: “Het zalige blok, de perfecte versnellingsbak en de geweldige WP-vering maken van mijn Tiger een heerlijke motor. Alleen de windbescherming stoort me al drie jaar. Turbulenties alom! Een aftermarketoplossing bood een beetje soelaas maar het is nog altijd niet je dat. De remmen kunnen ook beter, die zijn nogal sponzig. En als we dan toch bezig zijn: sommigen klaagden dat de Tiger durft stilvallen in eerste versnelling, vooral dan offroad. Is het niet, Jean?

Om te ontdekken of deze pijnpunten op de nieuwe modellen verdwenen zijn, trokken we naar Luxemburg. Daar werden we getrakteerd op een rijkelijk arsenaal weg- en weersomstandigheden. Van zon tot regen, van saaie autostrade tot geweldig bochtenwerk. Geen offroad helaas, want een van de constructeurs zei “nein”.

Van BMW kregen we een bijna full-option 850 GS mee, van Triumph een XCa in standaardplunje.

Jan: “Voor wie er niet mee vertrouwd is: het Tiger 800 gamma is opgesplitst in de straatgerichte XR-modellen en de offroad gerichte XC-modellen. Daarbinnen heb je een aantal uitrustingsniveaus waarvan de XCa op het hoogste (en duurste) schavotje staat. Lees: met de XCa wordt een bezoekje aan de optielijst overbodig.”

Stoplichtsprintjes

Jean: “Terwijl de Tiger op het eerste zicht nauwelijks veranderde, pakt BMW overduidelijk uit met een volledig nieuw model. Daar laat het design geen twijfel over bestaan.”

Jan: “Maar laat ons beginnen met het blok. De 850 GS kreeg een gloednieuwe 853 cc tweepitter met een vermogen van 95 pk. Dat zijn tien pony’s meer dan bij de 800 GS. Er is ook meer koppel: 92 Nm bij 6.250 toeren. Een toename van negen stuks ten opzichte van z’n voorganger, maar belangrijker: de Tiger 800 piekt later en minder hoog: 79 Nm bij 8.050 toeren.”

Jean: “Dat verschil voel je. De 850 GS is een pak vinniger dan de 800 GS. Sterker onderin, feller in de middenzone en meer power in het hogere toerenbereik. Daardoor doet hij veel minder kleine GS aan dan de 800. En ook de Tiger 800 komt in vergelijking minder potent voor de dag.”

Jan: “Zonder grondige Tiger-kennis bespeur je het misschien niet, maar de Tiger 800 kreeg een nieuw scherm, nieuwe lichten, een nieuw dashboard en bedieningsknoppen, nieuwe spiegels en een nieuw geluid. Daardoor had ik echt het gevoel op een andere motor te zitten dan m’n eigen Tiger: als je in het zadel zit, is alles wat je ziet en hoort anders.”

Jean: “Ook het blok is vernieuwd. Triumph beweert dat het een responsievere vermogensafgifte heeft. Is daar iets van te merken, Jan?” Lees verder