Op offroadtraining met BMW en Grondpadman

Allroadmotoren zijn alomtegenwoordig, maar offroad gaan ze lang niet allemaal (en misschien gelukkig maar). De constructeurs van hun kant willen natuurlijk maar wat graag dat allroadrijders ook het offroadaspect van hun motor verkennen (“ongelofelijk wat mijn motor allemaal kan!”). Dus zie je meer en meer importeurs die gaan samenwerken met lokale offroadspecialisten.

BMW Belux heeft in België sinds dit jaar twee partners: Grondpadman (met oefenterrein in Ingelmunster) en Backtrail (met oefenterrein in Geraardsbergen). Toen BMW me uitnodigde op een kennismakingsdag om hun offroadtrainingsfaciliteiten én de offroadkwaliteiten van hun motoren te ontdekken stond ik direct te springen. Want offroad met zo’n dikke GS, da’s niet iets dat ik elke dag mag doen.

Ik koos voor Grondpadman, gezien ik Backtrail al kende (en goedkeurde, na vorig jaar een doorgedreven training in de Ardennen gevolgd te hebben, toen nog onder de naam BMW GS Riding Academy). Je herkent me op de foto’s trouwens aan de groene jas en witte helm.

Grondpadman, da’s Piet Lievens (die al heel wat jaartjes een BMW Certified Offroad Instructor badge op z’n jas mag hangen), instructeur Bart en vrouwusje-van-alles Annelise. Op hun terrein, Enduropark Mandes in Ingelmunster, geven ze zowel een basis offroadtraining, een doorgedreven offroadtraining én een training voor enkel vrouwen. Je mag met je eigen GS deelnemen, maar je kan ook een GS huren (van 310 tot 1250). Met een ander merk Lees verder

Offroad in de Ardennen met BMW GS Riding Academy

Wat doen de Alpenridders als ze een hoop plannen hebben beraamd? Nog iets anders bedenken natuurlijk. Dus wij met vijf, plus Shih (die meeging op trialcursus) en Fabien, naar de doorgedreven offroadtraining van de BMW GS Riding Academy.

Een doorgedreven training, da’s al wat steviger dan de basistraining. En dat mocht ook. We hebben allemaal op z’n minst een basiscursus gevolgd en de Alpenridders heten natuurlijk niet voor niks zo. Je kan deze training volgen met je eigen motor of met een huurmotor. Hoewel de site van de GS Riding Academy het niet expliciet vermeldt, hoeft die eigen motor geen GS te zijn. En als huurmotoren zijn uiteraard enkel GS’en in de aanbieding.

Johann, Tony, Fabien en ik zouden de cursus met onze eigen GS volgen. Karel, Shih en Jan F speelden liever op veilig en huurden. Tot mijn dealer lastminute slecht nieuws bracht: de herstelling van mijn GS liep onverwacht uit. Gelukkig kon ik op het nippertje nog een 1200 GS Rallye huren bij de GS Riding Academy. En dat kwam eigenlijk best goed uit. Want nadat BMW Belux me vorig jaar geen zegen wou geven om tijdens mijn 1200 GS Rallye testweek offroad te gaan, ging het er nu toch van komen.

Deze training gaat door in de buurt van Vielsalm. Daarom besloten we de avond vooraf al naar de Ardennen af te zakken en op een camping in de buurt te overnachten. Ook Tom, de BMW Certified Offroad Instructor van de BMW GS Riding Academy, vond dat geen slecht idee en sloot aan. Enkel Fabien zou de volgende dag rechtstreeks naar de startplek rijden.

Oefeningen op het offroadparcours

Klokslag 9 uur stonden we in Vielsalm. Geen Fabien te bespeuren. Na een snel telefoontje bleek dat hij zich van dag had vergist, maar hij zou nog snel op z’n motor springen. Wij begonnen intussen aan de training. Tom op kop, zes Beemers erachteraan.

Na een paar km asfalt: de eerste strook onverhard. Direct een stevig, redelijk rotsig klimmetje dat kon tellen qua intro. Wat ook onmiddellijk opviel: de 1200 GS. Tijdens mijn testweek ervaarde ik hoe stabiel, uitgebalanceerd en controleerbaar hij aanvoelt, ook aan kruipsnelheden. Dat gevoel kwam meteen terug op die eerste meters offroad: de Rallye lijkt onmogelijk uit zijn lood te slaan.

Even later bereikten we een offroadcircuit: een lus met een variatie aan heuveltjes. Hier zouden we de rest van de voormiddag spenderen aan technische oefeningen.

Tom had de vorige avond gepolst hoe het zat met onze offroadervaring en kennis van de diverse offroadtechnieken. Omdat we daarop nogal bescheiden reageerden, nam Tom het zekere voor het onzekere en startte hij met een snelle herhaling van de basics. Positie op de motor, kijktechniek, counterbalancing, dat soort dingen. Eigenlijk niks dat we nog niet kenden, maar bij niet iedereen zaten alle details nog vers in het geheugen.

Daarna was het tijd voor de eerste praktijkoefening: bergop en bergaf rijden. Tom legde de techniek zorgvuldig uit, demonstreerde een paar keer, en ging dan boven op een heuvel staan zodat hij kon bijsturen waar nodig. We deden de oefening allemaal een paar keer en gingen dan verder met variaties: uitwijken voor een obstakel bij het bergaf rijden, een sprongetje maken op de heuvel. Eens we dat min of meer onder de knie hadden, reden we de offroadlus. Een aaneenrijging van kleine heuveltjes, iets steilere klimmen, twee snelle kombochten, een venijnige streep modder en een zanderig stukje. Plezant parcours!

Noodremmen en stofhappen

Het volgende onderdeel focuste op valpartijen. We zagen drie manieren om een omgevallen motor recht te zetten, Tom demonstreerde hoe je op een helling een liggende motor weer op z’n poten krijgt, en tot slot toonde hij hoe je op een bergop rechtsomkeer kan maken. We legden onze motoren allemaal Lees verder

Op enduro-initiatie met Stefenduro

Hoe krijg ik mijn circuitkameraden zo ver om offroad te gaan? Ik zat er al een hele tijd op te broeden. Een allroadcursus voor beginners? Die mannen hebben alleen racemotoren, geen allroads. Huren zou kunnen, maar schrikt het vooruitzicht van zo’n zware machine in de modder niet teveel af?

De andere optie: een enduro-initiatie met huurmotoren. Waarschijnlijk iets toegankelijker dan een allroaddoop. Hop, circuitkameraden warm gemaakt en een enduro-initiatie bij Stefenduro geboekt. Volledige dag met begeleiding, inclusief lunch en huurmotor voor 200 euro.

Oorspronkelijk gingen vijf man mee, uiteindelijk verschenen we met drie aan de start. Jeng met 0 km offroadervaring, Dave met iets meer (hij ging met z’n KTM 950 Adventure al een enkele keer offroad, op straatbanden nota bene!) en ikzelf met toch al wat onverharde ervaring, al is het dan op allroads.

Vertrek bij Endurorent in Tienen rond 9 uur. Papieren in orde brengen, nog een snelle kop koffie binnenkappen en wij weg. Dave en ik op KTM’s 350 EXC-F, Jeng op een KTM 500 EXC-F, Kevin – onze gids voor vandaag – met z’n KTM 990 Adventure (jup, een zware allroad “want supertechnisch gaat het vandaag toch niet worden”).

Na een paar kilometers asfalt bereiken we de eerste veldweg. Kevin houdt halt voor een kort woordje uitleg. Hoe sta je op een enduro? Hoe beweeg je erop? Waar op een onverhard pad rijd je precies? Hoe zit het met kijk- en remtechniek? Typische dingen die ook bij allroadcursussen aangehaald worden. Maar voor de twee groentjes van de groep natuurlijk ongeziene materie.

We rijden richting Jodoigne. Veldwegen en asfaltbaantjes wisselen mekaar af. De onverharde paden liggen er droog bij, op hier en daar een plas water en een streep modder na. Daardoor ligt de moeilijkheidsgraad laag, maar voor beginners Lees verder

Verslag: Stefenduro Morvan Allroadtrip

Goesting om offroad te rijden is er altijd. Tijd, da’s iets anders. Met de Alpenridders hadden we een hoop mogelijkheden opgelijst, uiteindelijk meldden er zich vier aan voor de allroadvijfdaagse in de Morvan met Stefenduro: Jan, Bart, Chris en ikzelf.

De Morvan is een gebied in Midden-Frankrijk, een joekel van een natuurpark op zo’n 550 km van Brussel. Heuvelachtig, veel bossen, wat riviertjes en meren. Ideaal voor een paar dagen offroad. Vooral omdat motoren er op veel onverharde wegen toegelaten zijn.

De vijfdaagse bestaat uit twee reisdagen op eigen houtje en drie begeleide dagritten ter plaatse. Vier nachten op één vaste locatie, een hotel in Planchez (halfpension). Zowel allroaders als enduristen rijden mee, elk met eigen routes en een eigen begeleider (Terre voor de allroadgroep, Stefaan aka Mister Stefenduro voor de endurogroep). De allroaders konden zich inschrijven voor een van de drie niveaus: light, medium en hard. Light voor de motoren op standaardbanden, medium voor de mannen met wat meer ervaring en allroadbanden à la TKC80, hard voor de gevorderden op noppenbanden. We kozen voor medium.

De dagen voor het vertrek zat Stefaan geregeld in de mailbox van de deelnemers. Even polsen en informeren. Over hoe we tot in Planchez zouden rijden, over de bandenkeuze, over wat we moesten meebrengen.

Ik zat te twijfelen over de heen- en terugreis. Zou ik zelf tot daar rijden op de Husky 701, niet meteen de meest ideale reismotor? Of zou ik eerst (vanuit Limburg) tot Geraardsbergen bollen, door de ochtendspits, een gigantische, tijdrovende omweg, om daar de motor op een aanhangwagen te zetten en zo naar Frankrijk te reizen? Stefaan maakte er korte metten mee met één telefoontje. Hij had een alternatief: Marc, een van de andere deelnemers, had nog plaats in zijn camionette, en die woonde korter bij. Verkocht!

Bandenkeuze dan. Stefaan was al enkele weken in de Morvan en had het uitgebreid kunnen checken: het lag er droog bij. Maar omdat hij genoeg noppenbanden had liggen, stelde hij voor om iedereen zonder noppenbanden bij aankomst toch op genopte sloffen te leggen. Gewoon voor maximale grip en meer vertrouwen op onverhard. Meerprijs? De volle 0 euro. Vertrekken met een goed gevoel heet dat.

Dag 1 – woensdag 7 juni

De heenreis. ’s Morgens naar Antwerpen rijden met een bepakte Husky en Marc ontmoeten, een uitgeweken (en vanzelfsprekend sympathieke) Limburger die met z’n Husqvarna 250 bij de enduristengroep zal aansluiten. Twee Husky’s achterin z’n Transporter, kennismakingsbabbel bij een tas koffie en de baan op. Om half 11 verlaten we de Koekenstad, tegen 17 uur arriveren we in Planchez, als een van de eersten.

Stefaan bekijkt m’n motor. Oordeel: die banden staan er nog goed bij. “Misschien is het toch niet nodig dat ge op crossbanden gaat rijden,” zegt hij. Bijna alle paden liggen er droog bij en doordat het de voorbije dagen af en toe kort geregend heeft, geeft de toplaag meer grip. Perfecte omstandigheden eigenlijk.

“Weet ge wat, anders gaan we rap een toerke doen van 10 minuten, dan weet ge direct of die TKC’s voldoen of niet.” Wij weg. Vlakbij het hotel duiken we het bos in, een strook onverhard met allerhande ondergronden: een droog bospaadje, een paar plassen, een streepje modder, een stuk keien, een iets meer zanderige passage. Een kwartier later staan we terug aan het hotel. Oordeel: met die banden zou het moeten lukken. Morgen met de TKC’s starten. Blijken ze toch niet goed genoeg, dan kunnen we ‘s avonds nog altijd naar noppenbanden wisselen. Enkel de bandendruk mag iets lager. Stefaan haalt snel de meter erbij en regelt het zaakje.

Ondertussen druppelt de rest van de bende binnen. Het groepje allroaders:
Jan (zonder Triumph Tiger 800 deze keer, maar met z’n Suzuki DR-Z400)
Bart VM (met z’n trouwe 800 GS)
Chris (opnieuw met z’n Husqvarna 701 Enduro)
Caroline (Kawasaki KLX 250)
Kris (KTM 625 SXC)
Brakke (BMW R 1200 GS Adventure)
Bart P (Husqvarna 701 Enduro)
Ikzelf (Husqvarna 701 Enduro, de review daarvan vind je hier)
Terre (KTM 950 Super Enduro)

Opvallend hoe weinig zware allroads. De frank begint precies te vallen dat je offroad weinig hebt aan 120 pk, en nog minder aan die overtollige kilo’s. Op de 1200 GS en mijn Husky na heeft iedereen trouwens noppenbanden liggen.

Na een smakelijk driegangendiner in het hotel en kennismaking met de Morvan-bende: bedwaarts. Tip: je ligt op een tweepersoonskamer, dus fix vooraf dat je bij een niet-snurker terecht komt.

Dag 2 – donderdag 8 juni

Tijdens het ontbijt kan iedereen met een gps bij Stefaan de tracks van de dag downloaden. Een briefing voor de rit is er amper. Geen uitgebreide instructies, geen preek. Gewoon: we rijden in D-systeem, we stoppen geregeld, als het te moeilijk of te snel gaat, laat van je horen, gebruik je verstand, geniet.

Tegen 9u30 vertrekken we. Terre op kop, Bart VM als laatste man. Het tempo zit er vanaf de eerste strook offroad goed in. Mag ook, de paden liggen er uitstekend bij en echt moeilijke passages komen we nauwelijks tegen. Bovendien laten de lichte machines zich soepeler sturen dan dikke allroads, wat ook bijdraagt aan het vlotte tempo.

Het terrein niet moeilijk? Dan zorgt de motor voor extra animo: ik blijf op een verkeerd moment aan het gas hangen, waardoor ik dreig Bart P z’n kont te rammen. Om dat te vermijden Lees verder

Verslag: Ardennen Challenge 2017

De Alpenridders hadden plannen gemaakt. Ook op ons lijstje: de Ardennen Challenge van Motortours & Tracks. Drie dagen rijden: de eerste dag vanuit Nederland richting Ardennen, dag 2 een toertje Ardennen en dag 3 terug. Naast een asfaltroute voorzag de organisatie voor elke dag ook een allroadroute.

Wij dus met een delegatie aan de startlijn voor een weekendje allroad: Bart met z’n BMW 800 GS, Jan met z’n Triumph Tiger 800 XCa, Piet met z’n Yahama XT660Z Ténéré en Chris zonder z’n KTM 1190 Adventure R. Meneer daagde op met een Husqvarna 701 Enduro. Ikzelf reed met m’n BMW 800 GS, de eerste echte offroadtest sinds de aanschaf. Max haakte lastminute af wegens werkgedoe. We waren dus met vijf allroadridders.

Dag 1: Nederweert – Dochamps (31 maart)

Veel briefing vooraf was er niet: we kregen de gps-bestanden een weekje eerder in de mailbox en dat was het dan. Jan, Piet en ik stonden om 9 uur in Nederweert voor de start. Chris en Bart haalden dat niet en reden op eigen houtje naar de Ardennen.

Aan de start kon elke groep op eigen houtje aan de rit beginnen, een vast starttijdstip was er niet. Voordeel daarvan: je kwam doorheen de dag weinig andere Ardennen Challengers tegen. De eerste dag kruisten we bijvoorbeeld maar twee groepjes, de tweede dag zullen het er niet veel meer geweest zijn. Aangenaam rijden zo.

Op de deelnemerslijst stond een kleine 100 man, maar die verschenen lang niet allemaal aan de start. Ik schat een motor of 50. De rest pikte dus waarschijnlijk onderweg ergens in, of reed via een eigen route naar Dochamps.

Na een stuk Limburgse vlaai en een koffie vlogen we erin. De eerste stroken onverhard doken al snel op. Droog en redelijk zanderig. Goed te doen. Wat we wel al vlug merkten: de allroadroute was duidelijk niet meer heel recent gecontroleerd. Zo lag onder meer een afgesloten brug op onze route. Dan maar even omrijden. En er zaten nog meer imperfecties in de route: de gps gaf bijvoorbeeld aan dat we een fietspad moesten nemen, terwijl vlak naast dat pad een mooie (en legale) aardeweg lag. Of de route stuurde ons de oprijlaan van een villa op, terwijl het vrij duidelijk was dat dat niet de bedoeling kon zijn. Op zo’n momenten was het: ofwel blindelings de gps volgen (en jezelf mogelijk in de problemen werken) of even je kopje gebruiken.

Via een veerpont belandden we in Belgisch Limburg waar we vooral veel asfalt te verwerken kregen. Eens de taalgrens over nam het aandeel offroad gelukkig gestaag toe, en de moeilijkheidsgraad ook. Aanvankelijk nog meestal droge paden, maar geleidelijk aan kwamen er modder, keien en andere spielerei. We hebben ons in het zweet gewerkt.

De volledige allroadroute (200 km) zou ons te laat aan de aankomst brengen. Het laatste stuk schakelden we daarom over op de snellere onroadroute. Rond 17u30 kwamen we aan op camping Petite Suisse in Dochamps. Snel tentje opzetten (het Quechua-kampeermateriaal heeft dat weer prima gedaan – de tweede nacht stonden er bevroren druppels op de tent, maar niks kou gehad), douchke pakken en dan het restaurant in. Hier was wel duidelijk 150 man van de partij. Gezellige drukte en fijn weerzien met de aanwezige Alpenridders. Het begon intussen ook te regenen. Dat beloofde voor dag 2.

Dag 2: Allroadtoertje Ardennen (1 april)

Hetzelfde ritueel op dag 2: iedereen deed zo’n beetje wat hij wou. Vroeg vertrekken of liever laat ontbijten en pas in de late voormiddag op pad gaan? Kon je zelf kiezen. Wij startten de motoren rond 10 uur, in de regen, en ook nu weer zonder briefing van de organisatie. De vijf Alpenridders adopteerden een aanhaker: Jan (alias den Trats), die gisterenavond bij ons aan tafel aanschoof.

De route van gisteren bleek een opwarmertje te zijn: de eerste strook onverhard van dag 2 was al direct glijden en schuiven. Gevolg: de eerste valpartijen.  Lees verder

Verslag: Endurofun Adventuretrip Alpen 2016 (deel 2)

Dag 4 – dinsdag 20 september – Het fort

Het tentvolk is vroeg uit de veren en het gaat al direct over bandenspanning. Jan en ik voelden gisteren weinig verschil. We vragen aan Bart hoeveel bar hij aanraadt. Volgens hem hangt veel af van band en bandenmaat. Hij voelt gewoon. De band met twee duimen lichtjes kunnen induwen, zoiets.

Ik laat op gevoel m’n band af en kom uit op 1,2 bar voor en 1,8 bar achter. Hoewel een ander metertje weer wat anders beweert.

pressure-meter

Bart heeft intussen de weersvoorspellingen bekeken en gooit het programma om. Normaal zou offroaddag 2 een oefendag worden, maar het belooft vandaag mooi te worden en morgen minder, dus we doen een position switch. Morgen oefendag, vandaag een rit naar “Het fort”.

We vertrekken om 10 uur, maar helaas met een man minder. Frederik liep deze winter een skiblessure op, de offroadschokken doen daar geen goed aan. Jammer genoeg zijn er in de buurt genoeg mooie passen en banen over asfalt, anders kon meneer vanaf nu voor het avondeten zorgen.

triumph-offroad-alps

De route die we vandaag nemen begint zoals gisteren (grind- en aardewegen) maar verandert stilaan naar een meer stenig parcours. Nog meer opletten geblazen in korte klimmende bochten, zien dat je tractie houdt en evenwicht bewaart. Het verschil in bandendruk is nu wel merkbaar (stukken beter zo!) maar door bochten vliegen is er niet bij. Een steile haarspeldbocht bergop vereist de volle aandacht.

Het is voor mij nog zoeken hoe ik zo’n bocht het best neem met de Tiger, in eerste (waarin hij bij vlug gas lossen durft stilvallen) of in tweede (waarin hij bij trage manoeuvres souplesse mankeert en in ademnood dreigt te raken). Dat onwennige zorgt ervoor dat ik – net voor we het fort bereiken – voor de eerste keer deze reis op m’n bakkes ga. In een scherpe draai valt de motor stil, net voor het punt dat je het gas opent om ‘m uit de bocht te trekken. Het is redelijk steil bergop en er is geen houden aan: motor tegen de vlakte. Zelf loop ik geen kwetsuren op, de motor wel: de rechter handkap breekt aan één kant af, spiegel en pinker zijn geschramd. Valt mee, al zijn de handkappen blijkbaar erg kwetsbaar.

Jan helpt me de motor rechtzetten en we vatten het laatste stuk aan. Na een pittige finale klim bereiken we het fort. 2809 meter hoog zegt de Tripy van Ben.

Het is intussen Lees verder

Verslag: Endurofun Adventuretrip Alpen 2016 (deel 1)

Dit jaar organiseerde Endurofun voor het eerst de Adventuretrip richting Italiaanse Alpen. Gezamenlijk binnendoor oprijden in 3 dagen, daarna 4 dagen offroad rijden zonder bagage (die blijft op de camping) en dan in 2 dagen terug naar huis. Twee offroadtrainingen bij Endurofun moeten volstaan om mee te kunnen. De reis mikt hiermee op de beginnende allroadreiziger. En zo ben ik er eentje. Dus ik ging mee.

alpentrip-vertrek

Dag 1 – zaterdag 17 september – Het vertrek

Afspraak om 8 uur op het vertrekpunt nabij Herk-De-Stad. 13 deelnemers:
Bart VM (niet te verwarren met Bart van Endurofun) met een BMW F 800 GS
Frederik met een BMW 1200 GS
Tony met een BMW 1200 GSA
Karel met een BMW 1200 GSA
Johann met een BMW 1150 GSA (aka Dikke Bertha)
Max met een KTM 1190 Adventure R
Luc met een KTM 1190 Adventure R
Chris met een KTM 1190 Adventure R
Bram met een KTM 990 Adventure (en met z’n 29 de jongste deelnemer)
Piet met een Yahama XT660Z Ténéré (en met z’n 66 de oudste deelnemer)
Ivo met een Triumph Tiger 800
Jan met een Triumph Tiger 800 XCa
En ikzelf met een Triumph Tiger 800 XCa (waarvan je hier het testverslag kan lezen)

Het merendeel heeft Continental TKC 80 gemonteerd, enkelen doen het op TKC 70, Heidenau K60 Scout en Michelin Anakee Wild. Drie begeleiders mogen dat zootje avonturiers in het gareel houden: Endurofun-bezielers Bart en Maja (met hun kersverse Africa Twins) en Ben (KTM 950 Super Enduro).

Na een korte introductie met een kop koffie en een chocoladekoek mogen we ons verdelen in 4 groepjes. We gaan vandaag in kleinere groepjes rijden, telkens met een kopman die een Tripy meekrijgt. Jan en Tony ken ik vanop de Triocursus, wij haken aan bij Ben.

Het startschot wordt iets na 9 gegeven. We rijden een vlotte route via onder meer La Roche en duiken Luxemburg in. Daar stoppen we ’s middags met de hele bende voor de lunch op een zonnig terras. Bart vertelt wat anekdotes die – als je al eens een cursus of rit bij Endurofun deed – bekend in de oren klinken. Dat betert gelukkig de volgende dagen, dan komen de verhalen boven die nog niet werden grijsgedraaid.

bochten-onderweg

Na de lunch zetten we aan richting Frankrijk. Het wordt een redelijk lange dag met weinig pauzes. 498 km. Wel een mooie route. Reeksen haarspeldbochten, lange stukken recht met velden zover het oog reikt, kronkelwegen door bossen met de zon die doorheen het dichte bladerdek het wegdek bezaait met witte vlekken.

Rond 18 uur bereiken we de finish: een camping in de buurt van de Noordelijke Vogezen. Tentje opzetten en aanschuiven in de kantine van de camping. Warme camembert met brood en garnituur, in combinatie met een paar glazen wijn en een portie vermoeidheid komt dat flink aan. Iedereen vroeg de tent in.

tent-motor

Dag 2 – zondag 18 september – Zeikweer

Het regende ’s nachts. Het matrasje was ook nog wennen. En ’s ochtends tikken de druppels ook nog op het tentzeil. Niet bijster goed geslapen dus. En ik ben niet de enige. Redelijk wat vermoeide kopjes, allemaal snel snel die natte tent inpakken en dan de kantine in.

Met een stevige koffiekoek en een kop koffie worden de plannen beraamd. Want zoals Bart gisteren al zei: elke reis is een avontuur, en plannen kunnen wel gemaakt worden, maar staan open voor verandering. Daarom nemen we niet opnieuw binnenwegen, maar rijden we de autostrade op om zo snel mogelijk de regenzone te verlaten, en dan terug binnendoor.

Niemand die daar graten in ziet, dus rond 9 uur vertrekt de hele groep. In D-systeem deze keer: Bart en Maja voorop, Ben als rode lantaarn. Dat gaat redelijk vooruit, maar je merkt dat zo’n groep van 16 voor flink wat tijdverlies zorgt aan péages of bij een gezamenlijke tankbeurt. Dat in kleine groepjes rijden van dag 1 was dus zo’n slecht idee nog niet.

met-zn-allen-tanken

Even na 13 uur houden we halt in de buurt van Dijon. De hemelsluizen zijn intussen nog altijd niet dicht. Sommigen hebben het koud, anderen ontdekken dat hun laarzen of handschoenen toch niet waterdicht zijn. Even opwarmen in een wegrestaurant, kracht opdoen met een hamburger en frieten, en het begeleiderstrio dat alle mogelijke weerapps bekijkt.

Het verdict: Frankrijk zal de hele dag regen over zich krijgen. Het oorspronkelijke plan om op de Franse-Zwitserse grens te overnachten gaat nu finaal de vuilbak in. Want om vanavond de tent op te zetten in de regen en morgenochtend opnieuw een natte tent te moeten inpakken, daar heeft niemand zin in. Het nieuwe plan: in kleine groepjes rechtstreeks naar onze eindbestemming in Italië. Nog een dikke 400 km te gaan.

Tony, Jan en ik vertrekken om 14u30 en houden er een stevig tempo op na. Onderweg blijven de buien nog steeds niet uit, maar gelukkig trakteert Lees verder