
“Ah, daar zijn ze ermee.” Dat schoot door mijn hoofd toen Triumph de nieuwe Trident aankondigde. Want is het niet logisch dat Triumph met haar rijke triple-geschiedenis ook in het huidige gamma een “klassieke” driecilinder naked aanbiedt?
De nieuwe Triumph Trident 660 is de derde Trident-generatie. Van 1968 tot midden jaren ‘70 en in de nineties bouwde Triumph haar twee eerste generaties. De nieuwe generatie kreeg een 660-motorblok zoals z’n naam verklapt.

Dat blok verschilt danig van dat van de Street Triple S waarin ook een 660 cc hart bonst. Uiteraard neemt de motor van de Trident onderdelen over van de Street, maar een kleine 70 nieuwe componenten zorgen voor een ander karakter. Terwijl de driecilinder van de Street vooral de nadruk legt op sportief topvermogen, mikt de Trident op de lagere en middentoeren. Dat zie je ook in de cijfers: 64 Nm en 81 pk voor de Trident, 66 Nm en 95 pk voor de “kleinste” Street.

Naast een nieuw motorblok toverde Team Triumph een volledig nieuw design uit haar hoed. De ronde led-koplamp is een vette knipoog naar de eerdere Trident-generaties, de tank met beklede knie-uitsparingen versterkt de klassieke look. Retro wordt het echter niet. Het geheel oogt best sportief, al blijft de Trident ver weg van het agressievere streetfighter-design van de Street Triple.

Zoals we van Triumph gewoon zijn is de afwerking zeer verzorgd en met oog voor detail uitgevoerd. De radiatorkapjes vind ik bijvoorbeeld een bijzonder geslaagd accent. Van de achterkant word ik minder wild. Ik heb er een week naar zitten kijken, en nee, de klik kwam niet. Ik knap af op het spatbord annex nummerplaathouder.

De compacte look van de Trident vertaalt zich in een compact gevoel als je op het zadel zit. De zithoogte van 805 mm en het smalle zadel maken deze naked toegankelijk voor de eerder-kortbenigen, al zou de lange-slungel-club de Trident – en dan vooral z’n knieruimte – wel eens te compact kunnen vinden.
De houding is meer relaxed dan sportief, maar start de motor en je zal toch vooral de neiging krijgen om de sportieve kant van de Trident te verkennen.

En dat doet hij maar wat graag. Opnieuw verbaas ik me erover hoe heerlijk soepel en luchtig Triumph haar triple-blokjes weet te laten lopen. Alsof het geen moeite kost klimt de Trident door z’n toeren. Héél erg linear. Waardoor je – als je lekker aan het gassen bent – soms op de begrenzer botst, ergens tegen de 10.500 toeren. Op dat moment lijkt het vet nog helemaal niet van de soep, en dan komt die haltkreet des te onverwachter. Let wel, waarschijnlijk ben je op dat moment niet alleen aan het spelen met de Trident maar ook met je rijbewijs.

Aan het stuur hangt een erg aantrekkelijk vanaf-prijskaartje van 8.195 euro (BE) / 8.995 euro (NL). Voor die prijs mag je niet hopen op het topmateriaal uit de rekken van bijvoorbeeld Öhlins of Brembo. De Trident kreeg een niet-verstelbare upside-down Showa voorvork, een Showa monoshock achteraan (enkel voorspanning instelbaar) en Nissins om je tot stilstand te brengen. Frame en swingarm zijn van staal, bij de Street Triple is dat aluminium. Toch tikt het gewicht van de Trident af op een zeer aanvaardbare 189 kg.

Ondanks die eerder “beperkte middelen” is Triumph erin geslaagd om het rijwielgedeelte allesbehalve “budget” te laten aanvoelen. De Trident stuurt licht en stabiel, en houdt zich makkelijk aan de gekozen lijnen, terwijl de remmen zeker krachtig genoeg zijn. Een potje knallen kan de Trident dus perfect aan, en hoewel 64 Nm en 81 pk niet bepaald indrukwekkend klinken, had ik geen seconde het gevoel dat ik iets tekortkwam. Triple-soundtrackje erbij, en het is puur genieten. Enkel de quickshifter ontbrak op mijn exemplaar, maar kan je wel in de optielijst vinden.

De Trident heeft twee rijmodi (Road en Rain), naast ABS ook tractiecontrole (die opvalt door z’n subtiliteit én uitschakelbaar is) en een mooie ronde tellerpartij. Die bevat twee TFT-schermpjes: boven vind je snelheid, toerental, brandstofmeter en versnellingsindicator, beneden kan je via de menuknoppen basic info oproepen zoals triptellers of resterende km’s.

Besluit
De ene motor breng je al minder graag terug na een test dan de andere, en de Triumph Trident 660 is er zo eentje die ik gerust veel langer had willen houden. Knappe klassiek-sportieve look (al vind ik z’n kont een afknapper), propere afwerking, heerlijke driecilinder, puik rijwielgedeelte, en dat allemaal samengebonden met een touwtje waaraan een aantrekkelijk prijskaartje hangt. Wat wil je nog meer?
Fotografie: Michele Micoli

Pluspunten
+ Heerlijk blokje en prima rijwielgedeelte
+ Aantrekkelijk prijskaartje
+ Knap design …
Minpunten
– … behalve dan de achterkant
– Te krap voor de lange-benen-club?

Technische specificaties
Motor en transmissie
Type: Vloeistofgekoeld, 12 kleppen, DOHC, driecilinder in-lijn
Inhoud: 660 cc
Boring: 74,0 mm
Slag: 51,1 mm
Compressieverhouding: 11.95:1
Max. vermogen: 81 pk / 60 kW bij 10.250 t/min
Max. koppel: 64 Nm bij 6250 t/min
Systeem: Sequentiële, elektronische multipoint-brandstofinjectie met elektronische gasklepregeling
Uitlaat: Roestvrijstalen 3-in-1-spruitstuksysteem met een lage, roestvrijstalen, enkelzijdige demper
Eindaandrijving: X-ringketting
Koppeling: Natte slipkoppeling met meerdere platen
Versnellingsbak: 6 versnellingen
Frame
Frame: Buisvormig stalen perimeterframe
Swingarm: Dubbelzijdig staal
Voorband: Gegoten aluminium, 17 x 3,5 in
Achterwiel: Gegoten aluminium, 17 x 5,5 in
Voorband: 120/70R17
Achterband: 180/55R17
Voorvering: Showa 41mm upside down aparte functievoorvorken (SFF)
Achterwielophanging: Showa monoshock RSU, met instelbare voorspanning
Front Brakes: Nissin zwevende remklauwen met twee zuigers, dubbele 310mm schijven, ABS
Rear Brakes: Nissin zwevende remklauw met enkele zuiger, enkele 255mm-remschijf, ABS
Instrumentendisplay en -functies: Multifunctionele instrumenten met TFT-kleurenscherm
Afmetingen en gewicht
Breedte stuur: 795 mm
Hoogte zonder spiegels: 1089 mm
Zadelhoogte: 805 mm
Wielbasis: 1401 mm
Vorksprong: 24,6 º
Naloop: 107.3 mm
Tankinhoud: 14 L
Gewicht met volle tank: 189 kg
Heb hem gekocht na testrit, achterspatbord is al vervangen door Tail Tidy van Evotech. Vond het lelijk en ik ben er geen fan van. Op mijn Mash Falcone 125 heb ik zelf een ander spatbord gemaakt en geplaatst. De achtervering van de Trident is te stug, ik hoop dat die wat soepeler word naarmate ik meet kilometers heb, anders word die demper vervangen. De uitlaat is niet echt stil, zelfs luider dan die op mijn Yamaha FZ1 Fazer en FZR 1000 Exup. Dit is de tiende motor in mijn bezit nu en de keuze was voor een rijklaar gewicht van rond de 185kg. Er zijn er niet veel die daaronder vallen, MT-07 en 09, Z650, Brutale 800, KTM 690 maar die is te hoog voor mij. Ik rijd al meer dan 50 jaar dus ervaring genoeg om te kiezen en in die tijd begon je op je twaalfde jaar met snelle 50cc en hoger. Politie controle was zo goed als ondestaande.