2000 km door Andalusië

In 2018 ging Jan F met Clubmot op motorreis naar de Sierra Nevada en dat was ‘m goed bevallen. Toen hij het idee opperde om ons motorseizoen vroeg en met flink wat kilometers te starten tijdens een nieuwe Clubmot-reis naar Zuid-Spanje was ik snel verkocht. En motormakker Shih ook. Wij met z’n drietjes dus ingeschreven. Vamos a Andalucia!

De formule

De formule van deze reis was hetzelfde als de reis naar de Sierra Nevada: Fly & ride. Clubmot boekt de vluchten en het hotel, en voorziet je van routes. Je motor reist via trucktransport heen en terug. Proper geregeld.

We vertrokken op zaterdag 19 maart in de vroege ochtend (zodat we zaterdagnamiddag al de eerste rit konden rijden, yay!) en stonden op Lees verder

Voer voor bochtenvreters: de Sierra Nevada

Van valse bescheidenheid kan je Clubmot niet beschuldigen. “Minstens 1000 bochten per dag” kondigden ze voor hun reis naar de Sierra Nevada aan. Dat beloofde. Dubbel zelfs. Want in februari presenteerde Triumph er z’n nieuwe Speed Triple – een bochtenpikker pur sang – aan de Europese pers. En dus ging ik mee.

Het motto van Clubmot voor deze reis is “go your own way”. Tijdens de meet-and-greet zes weken voor afreis werd het geregeld herhaald: “Trek je plan! Wij zijn geen reisbegeleiders!”. Beetje vreemd misschien, maar ter plekke bleek dit een ideale formule. Ik had nooit het gevoel op een klassieke groepsreis te zijn en dat is maar goed ook.

Wél had Clubmot voor iedere dag twee routes voorzien. Een korte van ongeveer 240 km en een langere van minstens 300 km. En twee allroadroutes. Plus nog twee alternatieve routes. In totaal goed voor meer dan 4000 km bochtenplezier. Keuze zat om je plan mee te trekken.

Storm

Na een wel héél vroege vlucht landden we in het – toen nog – zonnige Almeria. De bus bracht ons in een half uurtje naar het hotel in Roquetas de Mar, op een steenworp van het strand. Daar stond m’n Tiger 800 XCa me al op te wachten. Die werd de voorbije week, samen met de 55 andere motoren voor 73 reizigers, hierheen gebracht. Twee vrachtwagens vol, die in amper twee weken volledig volzet waren. Van een succesformule gesproken.

Die eerste dag werd door de meesten niet meer gereden. Na de middag was het stevig beginnen waaien en tegen de avond raasde een heuse storm over het hotel. Mét gevolgen. Een van de moto’s werd omvergeblazen. Einde reis, want de gebroken schetsplaat viel niet te lassen wegens gemaakt uit een of ander exotisch gietmetaal, en wachten op een nieuw stuk zou een viertal dagen kosten. De eigenares bleef er bewonderenswaardig cool bij en speelde de rest van de week voor duo.

Rondjes op het circuit van Almeria

Na al dat onheil, eindelijk de eerste echte rijdag. Wij vertrokken met zijn vijven rond half tien. Lunchpakket meegrissen en vámonos!

Om van het hotel aan de voet van de Sierra Nevada te raken, moesten we telkens een vijftiental kilometers dwars door eindeloze serres rijden. De Costa de Almería is dé moestuin van Europa. Werkelijk de hele omgeving – zo’n 30.000 hectaren – staat bomvol plastieken serres, de grootste concentratie ter wereld. El mar de plastico zou de rest van de week bij ons minachtend bekend staan als “den plastiek”.

De route passeerde langs Oasys Park, een fictief westerndorp waar bekende films als The Good, the Bad and the Ugly werden gedraaid. Michèle, Thierry en ikzelf besloten een bezoek aan ons voorbij te laten gaan en we reden met drie verder tot we eindelijk de eerste bochten voor de wielen kregen. Met het aantal bochten stegen ook de hoogtemeters en dat was eraan te voelen. “Ga naar Zuid-Spanje,” zeiden ze. “Daar is het warm om te rijden,” zeiden ze. Mooi niet dus. De koudegolf die heel Europa in zijn greep hield was tot hier voelbaar. Gelukkig lag het er droog bij.

Om 13 uur werden de liefhebbers aan het Circuito de Almeria verwacht, de enige vaste afspraak van de hele week. Hier scheen zelfs een zonnetje. Wie dat wou kon voor 10 euro drie ronden in groep rijden over het 4,2 kilometer lange circuit. Het tempo was gezapig maar leuk was het wel. Dit doe je niet iedere dag.

Daarna reden we over de AL-102 terug richting Almeria, een schoolvoorbeeld van de Andalusische wegen: vloeiende bochten van perfect asfalt door een prachtige omgeving. Genieten! Onderweg kregen we enkele buitjes te verwerken en tijdens het laatste stuk richting hotel viel de regen met bakken uit de hemel.

La Calahorra

Voor de koninginnenrit richting Granada vertrokken we een uur vroeger. We kozen de korte rit: meer bochten en minder autostrade dan de lange. Nu, wat heet kort? Met 344 km zou het een hele kluif worden.

Opnieuw dwars door de Sierra Nevada ging het tot aan het kasteel van La Calahorra. Daar stuurde de route ons het dorp in. Maar ik had thuis gezien dat aan de andere kant een zandweg omhoogliep naar het kasteel. Dat kon ik niet laten liggen! Bij de aanvang van dit stukje offroad sloten drie medereizigers op GS’en bij ons aan. Een paar haarspeldbochtjes later konden we genieten van het prachtige zicht rondom en hadden we – op een paar lokale toeristen na – het volledige kasteel voor ons alleen. Picknicken naast de motoren en snel weer weg, vooraleer we het echt koud kregen.

Het was al na de middag toen we Granada passeerden en het wereldberoemde Alhambra lieten we dan ook aan ons voorbij gaan. Geen tijd voor een bezoek. Toen iets verder de gps aankondigde dat de volgende afslag pas na een dertigtal kilometers van onafgebroken bochten was, mocht het tempo omhoog. We zouden elkaar aan het einde wel terugzien.

Het was op de heerlijke A-4131 dat ik het stel lichten van een FZ1 gestaag Lees verder

Nog ’s racen in Mettet

Het was alweer een jaar geleden dat ik ging circuitrijden. Hoog tijd om nog ’s te gaan vlammen. Een dagje Mettet geboekt bij Clubmot, voorbij maandag, de High Velocity opleiding. Die cursus volgde ik intussen al twee keer, maar omdat m’n circuittechniek intussen wat ondergestoft was, leek een opfrisbeurt me geen slecht idee.

De weersvoorspellingen zagen er niet te best uit, maar we zouden wel zien. We = Bert, Jan, Bart en ik. En Peter om ons aan te moedigen. Ik reed trouwens met een Triumph Street Triple RS (review hierzo).

Over het theoretische deel schreef ik hier al eerder. Er werden geen nieuwigheden verteld, maar toch verliepen de eerste rijsessies nogal gespannen. Vooral de eerste: het circuit lag er nog nat bij na een regennacht. Gelukkig kwam de zon door en droogde het asfalt tegen de tweede rijsessie helemaal op. Maar toch: ik had tijd nodig om er terug in te komen. Opmerkingen van de instructeur: bovenlichaam ontspannen, meer met het lichaam naast de motor hangen, constantere gasopbouw bij het uitkomen van de bochten.

Na drie rijsessies met instructeur was het tijd voor drie sessies vrij rijden. De puzzelstukjes leken nu stilaan terug samen te vallen: gas, remmen, rijlijnen, kijktechniek … En het slechte weer, dat bleef uit. Het miezerde soms, maar echt nat werd het niet en ik kon bijna altijd vlot doorrijden zonder me te hoeven inhouden. Bovendien bleek het een erg rustige circuitdag (veel afhakers vanwege de slechte weersvooruitzichten?) zodat er minder racers op de baan waren dan anders.

De voorlaatste en laatste sessie begon ik echt terug in de flow te raken en gingen echt lekker. Met een brede smile en voldaan gevoel terug naar huis, en proberen volgend jaar toch ietsje meer circuitasfalt te zien.

Op cursus: Trialinitiatie

Een trialcursus stond al een poos op mijn verlanglijstje. Niet dat ik me direct van het ene naar het andere obstakel zie springen, of plannen heb om deel te nemen aan het WK SOA (surplacen op achterwiel, voor alle duidelijkheid). Maar het leek me leuk om een keer te proberen.

Die plannen werden concreet toen Clubmot eind vorig jaar een nieuwe opleiding aankondigde: de trialinitiatie. Direct ingeschreven.

Afspraak om 9 uur bij BMW Peter D’haese in Zottegem om van daaruit samen naar het oefenparcours te vertrekken, op twee minuutjes rijden. Onze instructeur stond er ons op te wachten: Stefaan (van Motorrijder). De aanwezige cursisten: Alpenridder Jan, Shih, Gunter en ik.

Bij het woord parcours moet je je geen verlaten parking voorstellen, maar een stuk bos met gras, aarden paadjes, bomen, wat obstakels, diverse hellingen … Aan de blikken van sommigen kon je zien dat ze toch iets anders hadden verwacht: “Zo’n klein parcours? Gaan we ons hier wel de hele dag kunnen bezig houden?” en ook: “Maar twee trialmotoren? We zijn toch met vier?”

Stefaan liet ons onze uitrusting* aantrekken, gaf een kort woordje uitleg over de motoren (altijd rijden met een vinger op rem- en ontkoppelingshendel) en daarna mochten we op een vlak stuk tussen wat bomen even “inrijden”.

Een motor van 80 kg, da’s een heel andere ervaring dan je lompe baanmachine. Zeer wendbaar, voelt bijna als een fiets aan, maar dan met een motorblok. Een fiets zonder zadel wel, dus je moet constant rechtstaan, hoewel dat – met dat beetje offroadervaring in m’n broekzak – niet onnatuurlijk aanvoelde. De gasreactie was ook even wennen: erg direct.

Na die eerste korte kennismaking kregen we een reeks oefeningen voorgeschoteld om de trialmotor beter te leren beheersen en ons de basistrialtechniek bij te brengen. Achtjes draaien, tussen pionnen slalommen, zo traag mogelijk rijden. Klinkt als je rijexamen? Daar leek het een beetje op, maar toch was het helemaal anders. De achtjes waren bijvoorbeeld een pak kleiner en niet op een proper stuk asfalt, maar op een hobbelig, hellend stukje gras of tussen een paar bomen die smeekten om er eens tegenaan te schurken. Qua moeilijkheidsgraad toch even iets anders.

Onmiddellijk werd duidelijk dat kijktechniek uiterst belangrijk was. En tegelijk gas-koppeling-rem zo goed mogelijk controleren. En je positie op de motor, die anders is als je klimt, daalt of over vlak terrein rijdt. En ondertussen nog je evenwicht houden. Niet gemakkelijk. Maar bij iedereen bleek dat oefening snel voor grote stappen vooruit zorgde. De eerste keer lukte misschien niet of moeizaam, maar we boekten snel vorderingen.

Die eerste gedachten van “Dju, zo’n klein parcours en maar twee trialmotoren” waren intussen ook al lang vervlogen. Het parcours had ruim voldoende variatie om je – zeker voor zo’n trialinitiatie – een dag te amuseren, en wat die twee trialmotoren betreft: iedereen was blij als hij na 10 minuten op de motor ook 10 minuten op adem mocht komen. Nat in het zweet, soms al krampen in armen, benen of handen. Geen reclamaties dus.

Stefaan gaf bij elke oefening een woordje uitleg wat en hoe, en toonde dan hoe het moest. Omdat er altijd maar twee cursisten op de motor stonden, kon hij ons zeer gerichte, persoonlijke feedback geven. Dat alles met een humoristisch sausje. Fijn les krijgen zo. Geregeld stak hij er ook een klein competitie-elementje in, bijvoorbeeld een wedstrijdje zo traag mogelijk rijden. Ambiance verzekerd.  Lees verder

Eerste keer: circuitrijden in de regen

bmw-s1000rr-circuit-mettet

Na twee droge circuitdagen was het vorige week maandag dan zover: voor de eerste keer een regenachtige circuitdag. Op Mettet, met Clubmot, opnieuw in de High Velocity groep. Ik kreeg van BMW een S 1000 RR mee (de review vind je hier), met een setje Dunlop Sportsmart 2. Bert en Jan waren er ook weer bij. Beide met een Kawasaki Ninja ZX-6R.

mettet-clubmot-jeng-flop

Hoe zo’n dag High Velocity eruit ziet, kan je hier lezen. Kort samengevat: 6 sessies van 20 minuten, de eerste drie met instructeur en telkens een klein uurtje theorie voor je vertrekt, de laatste drie sessies vrij rijden.

Het miezerde en de Sportsmart is geen regenband, dus de eerste sessie was nogal met dichtgeknepen billen. Dat was ook de feedback van instructeur Stijn voor ons groepje van 4 rijders: “Mannen, relaxen. Ontspannen zitten. Die armen niet blokkeren.”

In het uurtje theorie werd ook ingespeeld op het regenweer. Vooral het punt over remmen voor de bocht vond ik interessant: hoe je zowel je remmanoeuvre op- én afbouwt om maximale grip te houden.

Ik liep ook Dirk aka Mister TC Moto tegen het lijf. Die kwam de nieuwe Triumph Thruxton aan de tand voelen op circuit. Ook hij was niet echt blij met het weer, want je haalt niet alles uit de kast. Minder bruusk in de remmen, voorzichtiger uitaccelereren, minder de limieten van de motor verkennen.

De tweede sessie dan. In de nattigheid. Echt ontspannen rijden lukte nog steeds niet. Dus nam Stijn de tijd om aan onze houding te werken. Op een nat wegdek creëer je liever minder hellingshoek, om minder snel onderuit te glijden. En dat doe je door naast je motor te hangen in de bochten. Dus elk om de beurt op een stilstaande motor en hangen maar. Kont op de juiste plaats, hoofd richting pols, rug evenwijdig met de motor, letten op ellebogen en kijkrichting. Bijzonder leerrijk intermezzo. De RR leent zich uitstekend voor dat hangen, met name de knieën vinden makkelijk steun zodat je je goed kan vastklemmen.

Intussen droogde het circuit op en konden we met die nieuwe hanginfo aan de slag. Als je iemand naast z’n motor ziet hangen op straat denk je “Stel je niet zo aan, gast”, maar op circuit geeft die houding wel degelijk meer vertrouwen. Flink op geoefend die derde sessie en – mede door het droge asfalt – ook de grootste hellingshoek van de dag neergezet: 46° (met dank aan de elektronica van de RR voor die info). 46°, dan voel je je heel wat. Tot je dit ziet. Er is nog wat ruimte voor progressie.

bmw-s1000rr-lean-angle

Na de middag was het al uit met het droge asfalt. Af en toe een buitje, genoeg om het asfalt nat te houden tijdens de drie vrije sessies. Maar met de hangtechniek in het hoofd lukte dat aardig. Behalve dan voor Jan, die Lees verder

Opnieuw het circuit op: High Velocity cursus van Clubmot

Na de eerste keer circuit was het snel beslist dat er een vervolg zou komen. We hadden ons flink geamuseerd en veel bijgeleerd, dus afgelopen maandag stonden we opnieuw in Mettet. Bert met z’n intussen herstelde Buell Lightning XB12s en ik met een Triumph Speed Triple R (waarover hier meer). Jan was er deze keer niet bij wegens geen circuitwaardige vervanging gevonden voor z’n ouwe RT.

Na de Road Control cursus kan je bij Clubmot de High Velocity opleiding volgen. De logische volgende stap. De techniek van de vorige keer wordt hier verder bijgeschaafd op hogere snelheden.

Qua dagverloop ziet deze cursus er gelijkaardig uit: 6 keer 20 minuten op het circuit met iedere keer een uurtje tussen. In de voormiddag kregen we telkens een stuk theorie voor we het circuit op mochten. Welke lijn rij je, waar geef je de stuurimpuls, op welk moment begin je gas te geven in een bocht, hoe kijk je … Voor een deel opfrissing van vorige keer, voor een deel uitdieping.

clubmot-high-velocity-mettet

En dan het circuit op, blij dat de zon scheen. Hadden we een regendag gekregen zoals de dagen ervoor, dan was het een heel ander verhaal geworden. Iedere sessie kregen we een opdracht. De eerste sessie: enkel in derde rijden, niet aan de rem komen en letten op de gasopbouw. Tweede sessie: enkel in derde en vierde rijden, zo weinig mogelijk remmen, de snelheid in de bocht opbouwen en meer hellingshoek creëren. Sessie drie: geen versnellings- of rembeperkingen meer, op tempo rijden en focussen op kijktechniek.

Zoals vorige keer werd de groep opgedeeld, per 4 à 5 cursisten gingen we met een instructeur het circuit op. Die reed een rondje op kop, waarna om beurt een andere cursist vooraan moest rijden. En dan achteraf persoonlijke feedback op je circuitkunsten. In mijn geval was de voornaamste commentaar: eerder de kraan opendraaien in de bocht, later remmen voor de bocht.

Op het eerste zicht lijkt er dus weinig verschil met de Road Control cursus, maar het tempo ligt beduidend hoger. Je zag het ook aan het publiek. Waar dat vorige keer nog heel erg gevarieerd was, en ook de outfits een allegaartje waren, stond nu het grootste deel in een leren racepak klaar, met stuk voor stuk snelle machines, waarvan al een aantal speciaal geprepareerd voor circuit.

clubmot-high-velocity-mettet-witte-motor

Tijdens de namiddagsessies mag je vrij rijden. Briefing vooraf: hou de theorie van de voormiddag in het achterhoofd, rij op niet meer dan 75% van je kunnen. Anders dan vorige keer was inhalen in de bochten nu wel toegestaan, maar er werd duidelijk gewezen op de spelregels: afstand houden bij het voorbijsteken en niet langs de binnenkant komen langsglippen.

Toch een beetje spannend om met deze beduidend snellere bende aan de vrije sessies te starten, maar dat viel goed mee. Hoewel je merkt dat het niveauverschil in de High Velocity groep groter is dan in Road Control groep waar zowat iedereen voor z’n circuitdoop staat. Hier heb je zowel de razendsnelle jongens als de gezapige circuitcruisers. De snelle jongens zijn écht snel, de snelste haalde me op 20 minuten twee keer in.

Lees verder

Eerste keer op circuit: naar Mettet met Clubmot

circuit-jules-tacheny-mettet

Circuitrijden? Niks voor mij. Da’s alleen voor snelheidsmaniakken, waaghalzen en would-be-Rossi’s. Althans, zo dacht ik er tot voor kort over.

Maar dat was buiten Clubmot gerekend. Tijdens hun bochtencursus die ik in mei volgde kwam spontaan de goesting om de aangeleerde techniek nog verder bij te schaven. En dan kom je haast automatisch op een circuit terecht, waar je geen rekening moet houden met snelheidslimieten, verkeersdrempels, zebrapaden, overstekende honden, gladde wegmarkeringen of putten in de weg.

Ik dus naar de Road Control cursus van Clubmot. Da’s zo’n beetje hun circuitinitiatie. Geen ervaring vereist, en evenmin een racemachine. Onze groep bestond dan ook uit een allergaartje: BMW R 1100 GS, Honda NC 700 S, Ducati Monster, Triumph Street Triple, Yamaha XT660X, Suzuki Bandit … Ik had twee kameraden mee: Jan op een Triumph Thruxton en Bert met z’n Buell Lightning XB12s. Ikzelf had m’n 650 GS ingeruild voor een KTM 1050 Adventure (waarvan je hier het testverslag kan lezen).

rondjes-draaien-op-mettet

Afspraak om 8 uur op het circuit Jules Tacheny in Mettet. Erg geschikt voor motoren wegens bochtig, technisch en weinig rechtuit. Of zo werd me vooraf toch verteld.

De dag werd opgedeeld in 6 sessies: 20 minuten rijden op het circuit met telkens een uur ertussen. Lijkt misschien lang als je dat zo leest, maar achteraf gezien kwam dat uur zeker van pas.

Tijdens de drie uren “pauze” in de voormiddag kreeg onze Road Control groep een paar brokken theorie te verwerken. Over zithouding, stabiliteit, kijk- en stuurtechniek. Over hoe je bochten leest. Over waar en hoe je remt en gasgeeft. Alles helder en zonder belerend vingertje uitgelegd door Erik, zoals hij dat ook al deed tijdens de Master opleiding.

Na elk uurtje theorie gingen we voor 20 minuten het circuit op. Dat gebeurde in kleinere groepjes met telkens een instructeur. In de voormiddag zorgde die ervoor dat alles er heel erg beheerst aan toe ging. De eerste sessie mochten we bijvoorbeeld enkel in tweede versnelling rijden en niet aan onze rem komen. Vooral de bochten ontdekken, letten op de instructies die je het uur erover had gekregen, aanvoelen hoe snel je een bocht in- en uitkan. Elke ronde reed een andere motard voor de instructeur, zodat die je achteraf feedback kon geven. Ook al waren de voormiddagsessies weinig spectaculair, het was onmogelijk om zonder grijns op m’n smoel van het circuit te rijden na elke sessie. Bij Jan en Bert zag ik hetzelfde fenomeen.

Iedereen kreeg een korte persoonlijke debriefing na elke sessie. De voornaamste opmerking na mijn eerste sessie was Lees verder