Reistest: KTM 890 Adventure

Ondanks een voorliefde voor hoogpoters hier op de redactie, hadden we de KTM 890 Adventure nog niet getest. Daar moest dus wel verandering in komen nu KTM deze allroad voor 2023 een update gaf. Ik nam de 890 een week mee naar Trentino, meer bepaald naar de Dolomieten en de regio rond het Gardameer.


De nieuwigheden voor 2023 zijn op het eerste gezicht subtiel, al maken ze van de 890 wel een betere motorfiets. Het meest opvallende is de nieuwe voorkant: deze werd anders vormgegeven, met onder meer een raar gat in ‘t midden van het scherm, wat moet zorgen voor minder turbulentie. Door de nieuwe zijpanelen ziet de 890 er gestroomlijnder uit dan zijn voorganger en wordt de wind ook beter weggeleid van de rijder. Verder valt het 5” TFT dashboard op: moderne graphics vervangen de eerder sobere vormgeving van voorheen. De vering werd ook aangepakt en is nu makkelijker verstelbaar en het vernieuwde zadel werd comfortabeler.

Voor deze reis had KTM de 890 voorzien van koffers en de tanktas uit de Powerparts catalogus. De KTM-branded Touratech koffers zijn gigantisch groot (45 + 31 L) en het topdeksel opent zowel naar voor als naar achter met de contactsleutel. Het vergrendelmechanisme vergt de nodige kracht en enige oefening maar eenmaal ze hangen zitten de koffers echt muurvast. De tanktas zit ondanks zijn 16 liter inhoud en zijn hoge bouw nooit in de weg en het bevestigen met de Quick Lock ring gaat in seconden.


Mijn trip begon met twee dagen autostrade. Cruisecontrol op en kilometers malen. Vanaf het zuiden van Duitsland tot in het noorden van Italië werd ik urenlang getrakteerd op constante regen en fikse hoosbuien. Leuk is anders, wel perfect om de windbescherming en het comfort te testen.

Hoogste stand

Met het zadel in de laagste stand zat ik snel tegen de duozit aan. Ondanks de zithoogte van 860 mm zette ik het voor de rest van de trip op de hoogste stand. Hierdoor krijg je opvallend meer Lees verder

Test: Zero SR

Voor de volledigheid: ik testte de Zero SR 14,4+ ZF75-10 MY 2022.

Aan de elektrificatie in de autoindustrie valt niet meer te ontsnappen. Zo ruilde ik dit jaar mijn dieselslurpende firmawagen in voor een PHEV-exemplaar. Elektrische motoren zie je daarentegen zelden in het straatbeeld. Dat ze er aan staan te komen maakte de voorbije EICMA duidelijk. Enkele grote constructeurs presenteerden er hun toekomstvisie, en die is vaak elektrisch. Met de Zero SR kon ik testen hoe zo’n verbrandingsvrije motor rijdt.


Het in 2006 in Californië gestichte Zero is al jaren dé referentie binnen het elektrische segment. De SR die ik testte is van modeljaar 2022, uitgerust met de intussen gekende 14,4+ ZF75-10 krachtbron. Belangrijk detail: vanaf het 2023 model worden enkele belangrijke vernieuwingen doorgevoerd. Daarover later meer.

De lithiumionbatterij met een capaciteit van 14,4 kWh drijft een gepatenteerde Z-Force motor aan die goed is voor 166 Nm koppel en 75 pk. Het plusteken in de naam duidt erop dat het batterypack optioneel uitgebreid kan worden tot 17,3 kWh.


De batterij is waar het uiteindelijk allemaal om draait bij deze motorfiets. De hamvraag die iedereen me stelde: hoe ver kan je er mee rijden? Volgens Zero is dat tussen 124 km op de snelweg (aan 113 km/u) en 251 km in de stad. Die afstanden haalde ik nooit. Bij een rustige rijstijl waarbij de snelheid nooit hoger was dan 100 km/u was 160 km wel mogelijk.

Tweede meest gestelde vraag: hoe lang duurt het opladen? Wel, aan een normaal stopcontact zo’n 4,5 uur om volledig op te laden. Bij het basismodel is snelladen geen optie.

En vraag drie: wat kost dat opladen eigenlijk? Het verbruik interesseert me normaal gezien bij een motorfiets geen bal, maar het is geen onbelangrijke factor bij de overweging om een elektrische motor te kopen.

Volg even mee: Lees verder

Test: Suzuki V-Strom 1050XT World Adventure

Dit jaar biedt Suzuki de V-Strom 1050XT aan in een World Adventure versie. De wereld verkennen zat er door coronaperikelen niet in. Dichter bij huis blijven was de boodschap. We reden met zijn tweeën dan maar van de kust naar het Pajottenland en terug.

Suzuki pimpt de World Adventure met een deco-set met reflecterende details, aluminium koffers, verstelbare voetsteunen die ze bij Gilles Tooling gingen halen, een gps-steun, een Hepco&Becker alu carterplaat met World Adventure label, verwarmde handvaten en LED-verstralers.

Je kan deze avonturier in geel-blauwe, grijs-blauwe en zwarte kleurstelling krijgen. Het zwart schittert in de zon, wat je ook mag verwachten van “Glass Sparkle Black”. De vele stickers zijn een beetje overdreven, maar al bij al klopt het plaatje.

Bij de vernieuwing van de V-Strom greep Suzuki in 2020 Katana-gewijs terug naar een legende: de Dr. Big van weleer. De nieuwe lijnen en de vierkante koplamp zien er erg geslaagd uit en doen terugdenken aan de oer-allroad.

De looks waren echter niet de belangrijkste vernieuwing. Suzuki plaatste zijn grootste allroad eindelijk op hetzelfde schavot als Lees verder

Test: KTM 390 Adventure

KTM bouwt al jaren de meest offroadwaardige adventure bikes. Daarbij maken ze handig gebruik van hun kennis in de rallywereld en bouwen ze – net als iedereen tegenwoordig – voort op wat al in de kast ligt.

Zo bestaat er een volledig line-up van de 1290: van the Beast tot de Super Adventure. Met het blok van de 790 Duke werd de meest geprezen allroad van de laatste jaren gemaakt, de KTM 790 Adventure. Hetzelfde deden ze recent met dat van de 890 Duke.

Omdat niet iedereen zich een dure motor kan veroorloven, is downsizen al een tijdje de trend in motorland. Zeker als je als Europese producent ook in de groeilanden een voet aan de grond en een hand in de portemonnee wilt krijgen. En als je dan toch in zo’n BRIC-land bent, dan laat je meteen die nieuwe motorfiets ter plekke bouwen om de kosten te drukken. KTM nam het blok en het frame van de 390 Duke als basis en zo werd in een Bajaj-fabriek in India de KTM 390 Adventure geboren.

Voor de laatste test van het jaar mocht ik een week op pad met deze kleinste avonturier uit Mattighofen. Tijdens een staycation reed ik van de Ardennen tot de kust, benieuwd naar hoeveel avontuur je kan beleven met deze Indische Oostenrijker. ‘t Is tenslotte “maar een vierhonderdje”.

Ik ben dan ook in de war wanneer ik er voor het eerst naast sta: is dit de 390 of de 790? De 390 is niet klein, zoals ik verwachtte. Zijn standaard zadelhoogte is 855 mm, een halve centimeter hoger dan die van de 790 Adventure. Het bodywork Lees verder

Test: BMW S 1000 XR

Met de 2020 BMW S 1000 XR zwaaien we de eerste generatie XR uit. Daarover zagen we zeer enthousiaste reviews. Jean benoemde hem zelfs tot zijn favoriete testmotor van 2015. Maar toen ik hem vorig jaar aan de tand voelde, was ik niet meteen enthousiast. Oké, het blok was beestig en de ophanging erg goed, maar de motor voelde verouderd aan door het gedateerde dashboard, overal waren er trillingen en een nukkige quickshifter verbrodde het plezier. Benieuwd of dit in de 2020-versie verholpen was. Ik keek dan ook reikhalzend uit naar deze test.

BMW deelt de S 1000 XR in bij zijn Adventure familie. Vreemd, de S in zijn naam verwijst duidelijk naar zijn sportieve genen. De uitgebreide standaarduitrusting doet vermoeden dat toeren ook tot de mogelijkheden behoort. Tot welke categorie behoort deze krachtpatser nu werkelijk: Adventure, Sport of Touring?

Uitrusting

Eerst even het drogere gedeelte van de review: de toeters en bellen waarmee deze topmachine wordt uitgerust. Dynamic ESA, lichtgewicht gegoten velgen, verstelbaar scherm, opbergvak, LED-verlichting, TFT-display, Connectivity, geïntegreerde kofferdragers, rijmodi Pro, ABS Pro, hill start control, tractiecontrole, motorreminstelling: het zit er allemaal af-fabriek op voor 17.650 euro (BE) / 20.550 euro (NL).

Dat standaardpakket werd op de testmotor aangevuld met een paar van de gekende – en eigenlijk onmisbare – BMW pakketten waardoor deze S 1000 XR zowat alles heeft wat je op een motorfiets wenst: quickshifter, automatische hoogte-instelling, cruise control, keyless ride, verwarmde handvaten, middenbok, navigatie-voorbereiding, USB-poort … De lijst gaat zo nog even door en drijft – eveneens naar goede BMW gewoonte – de prijs op naar een hoogte die je niet wenst. Mijn testexemplaar klokt af op een heftige 21.355 euro (Belgische prijs).

Sport?

Voor die prijs krijg je héél veel motorfiets. De XR staat niet voor niets aan de top van de food chain. Met zijn Lees verder

Test: KTM 1290 Super Duke GT

KTM heeft al jaren de meest radicale der supernakeds in de stal staan: de 1290 Super Duke R. Een beest van een motor, die dit jaar een volledige make-over kreeg. Blijkbaar zag iemand bij KTM enkele jaren geleden toerpotentieel in The Beast: zet er een scherm op, voeg een grote tank toe en plak er koffers aan. Et voilà, de KTM 1290 Super Duke GT is geboren. Bij eender welke constructeur zou je op staande voet ontslagen worden, niet zo bij KTM. Daar zijn zelfs de toermachines Ready to Race.

Het 2020-model van de GT is nog gebaseerd op de vorige generatie van de Super Duke. Van het originele, knotsgekke blok werd amper iets afgeroomd en blijven 175 paarden en 141 Newtonmeters over. Meer dan genoeg om van de GT een echte raket te maken. Een raket om mee te reizen in stijl. Hoewel het Kiska ontwerp niet ieders meug is, valt de GT op door de agressieve koplampen die geflankeerd worden door de in de tank geïntegreerde LED-bochtenverlichting en -pinkers. Ook de brede schouders en slanke heupen vallen op, en de koffers passen wonderwel in het geheel. Een meer dan geslaagde designmix waarop ik geregeld Lees verder

Test: Macna Dry cooling vest EVO

We mogen weer rijden! En het belooft een hete zomer te worden. Tijd dus om mijn Macna Dry cooling vest EVO van onder het stof te halen.

Die testte ik vorig jaar tijdens een vierdaagse trip in het Zwarte Woud, die ik samen met Jean en Tony reed. Die trip kondigde zich aan als een van m’n heetste ooit: tot 42 graden zou het worden. Dus haastte ik me last-minute naar RAD om er een Macna Dry cooling vest EVO aan te schaffen.

Gelukkig hingen er alle maten zodat ik kon passen. Ze raden aan je eigen T-shirtmaat te nemen, maar de M/L versie zat me te los om schouders en romp. De S/M maat paste mooi strak. Zoals het hoort voor de goede werking van de vest.

De vest komt in een mooie, stevige doos waarop de nodige info staat en waarin ook een gaaszakje zit. Hierin moet je de vest steken om ze in de wasmachine te wassen.

Het principe van de Dry cooling vest is dat door de warmte van omgeving en lichaam het water in de vest verdampt en zo het oppervlak van de vest afkoelt. De huid wordt daarmee op een droge manier gekoeld voordat je gaat zweten en klam wordt. Dit is dus geen cooling vest die je eerst nat maakt om ze daarna nat onder je motorkleding te dragen. Vandaar de naam: DRY cooling vest.

De Macna cooling vest vul je via de ziplock-opening op de rug met 600 ml kraantjeswater. Bij de vorige versie was dit nog via een vuldop op de borst en die zat volgens de gebruikers wel eens Lees verder