Op cursus: Trialinitiatie

Een trialcursus stond al een poos op mijn verlanglijstje. Niet dat ik me direct van het ene naar het andere obstakel zie springen, of plannen heb om deel te nemen aan het WK SOA (surplacen op achterwiel, voor alle duidelijkheid). Maar het leek me leuk om een keer te proberen.

Die plannen werden concreet toen Clubmot eind vorig jaar een nieuwe opleiding aankondigde: de trialinitiatie. Direct ingeschreven.

Afspraak om 9 uur bij BMW Peter D’haese in Zottegem om van daaruit samen naar het oefenparcours te vertrekken, op twee minuutjes rijden. Onze instructeur stond er ons op te wachten: Stefaan (van Motorrijder). De aanwezige cursisten: Alpenridder Jan, Shih, Gunter en ik.

Bij het woord parcours moet je je geen verlaten parking voorstellen, maar een stuk bos met gras, aarden paadjes, bomen, wat obstakels, diverse hellingen … Aan de blikken van sommigen kon je zien dat ze toch iets anders hadden verwacht: “Zo’n klein parcours? Gaan we ons hier wel de hele dag kunnen bezig houden?” en ook: “Maar twee trialmotoren? We zijn toch met vier?”

Stefaan liet ons onze uitrusting* aantrekken, gaf een kort woordje uitleg over de motoren (altijd rijden met een vinger op rem- en ontkoppelingshendel) en daarna mochten we op een vlak stuk tussen wat bomen even “inrijden”.

Een motor van 80 kg, da’s een heel andere ervaring dan je lompe baanmachine. Zeer wendbaar, voelt bijna als een fiets aan, maar dan met een motorblok. Een fiets zonder zadel wel, dus je moet constant rechtstaan, hoewel dat – met dat beetje offroadervaring in m’n broekzak – niet onnatuurlijk aanvoelde. De gasreactie was ook even wennen: erg direct.

Na die eerste korte kennismaking kregen we een reeks oefeningen voorgeschoteld om de trialmotor beter te leren beheersen en ons de basistrialtechniek bij te brengen. Achtjes draaien, tussen pionnen slalommen, zo traag mogelijk rijden. Klinkt als je rijexamen? Daar leek het een beetje op, maar toch was het helemaal anders. De achtjes waren bijvoorbeeld een pak kleiner en niet op een proper stuk asfalt, maar op een hobbelig, hellend stukje gras of tussen een paar bomen die smeekten om er eens tegenaan te schurken. Qua moeilijkheidsgraad toch even iets anders.

Onmiddellijk werd duidelijk dat kijktechniek uiterst belangrijk was. En tegelijk gas-koppeling-rem zo goed mogelijk controleren. En je positie op de motor, die anders is als je klimt, daalt of over vlak terrein rijdt. En ondertussen nog je evenwicht houden. Niet gemakkelijk. Maar bij iedereen bleek dat oefening snel voor grote stappen vooruit zorgde. De eerste keer lukte misschien niet of moeizaam, maar we boekten snel vorderingen.

Die eerste gedachten van “Dju, zo’n klein parcours en maar twee trialmotoren” waren intussen ook al lang vervlogen. Het parcours had ruim voldoende variatie om je – zeker voor zo’n trialinitiatie – een dag te amuseren, en wat die twee trialmotoren betreft: iedereen was blij als hij na 10 minuten op de motor ook 10 minuten op adem mocht komen. Nat in het zweet, soms al krampen in armen, benen of handen. Geen reclamaties dus.

Stefaan gaf bij elke oefening een woordje uitleg wat en hoe, en toonde dan hoe het moest. Omdat er altijd maar twee cursisten op de motor stonden, kon hij ons zeer gerichte, persoonlijke feedback geven. Dat alles met een humoristisch sausje. Fijn les krijgen zo. Geregeld stak hij er ook een klein competitie-elementje in, bijvoorbeeld een wedstrijdje zo traag mogelijk rijden. Ambiance verzekerd.  Lees verder