
De Alpenridders hadden plannen gemaakt. Ook op ons lijstje: de Ardennen Challenge van Motortours & Tracks. Drie dagen rijden: de eerste dag vanuit Nederland richting Ardennen, dag 2 een toertje Ardennen en dag 3 terug. Naast een asfaltroute voorzag de organisatie voor elke dag ook een allroadroute.
Wij dus met een delegatie aan de startlijn voor een weekendje allroad: Bart met z’n BMW 800 GS, Jan met z’n Triumph Tiger 800 XCa, Piet met z’n Yahama XT660Z Ténéré en Chris zonder z’n KTM 1190 Adventure R. Meneer daagde op met een Husqvarna 701 Enduro. Ikzelf reed met m’n BMW 800 GS, de eerste echte offroadtest sinds de aanschaf. Max haakte lastminute af wegens werkgedoe. We waren dus met vijf allroadridders.
Dag 1: Nederweert – Dochamps (31 maart)
Veel briefing vooraf was er niet: we kregen de gps-bestanden een weekje eerder in de mailbox en dat was het dan. Jan, Piet en ik stonden om 9 uur in Nederweert voor de start. Chris en Bart haalden dat niet en reden op eigen houtje naar de Ardennen.
Aan de start kon elke groep op eigen houtje aan de rit beginnen, een vast starttijdstip was er niet. Voordeel daarvan: je kwam doorheen de dag weinig andere Ardennen Challengers tegen. De eerste dag kruisten we bijvoorbeeld maar twee groepjes, de tweede dag zullen het er niet veel meer geweest zijn. Aangenaam rijden zo.
Op de deelnemerslijst stond een kleine 100 man, maar die verschenen lang niet allemaal aan de start. Ik schat een motor of 50. De rest pikte dus waarschijnlijk onderweg ergens in, of reed via een eigen route naar Dochamps.
Na een stuk Limburgse vlaai en een koffie vlogen we erin. De eerste stroken onverhard doken al snel op. Droog en redelijk zanderig. Goed te doen. Wat we wel al vlug merkten: de allroadroute was duidelijk niet meer heel recent gecontroleerd. Zo lag onder meer een afgesloten brug op onze route. Dan maar even omrijden. En er zaten nog meer imperfecties in de route: de gps gaf bijvoorbeeld aan dat we een fietspad moesten nemen, terwijl vlak naast dat pad een mooie (en legale) aardeweg lag. Of de route stuurde ons de oprijlaan van een villa op, terwijl het vrij duidelijk was dat dat niet de bedoeling kon zijn. Op zo’n momenten was het: ofwel blindelings de gps volgen (en jezelf mogelijk in de problemen werken) of even je kopje gebruiken.

Via een veerpont belandden we in Belgisch Limburg waar we vooral veel asfalt te verwerken kregen. Eens de taalgrens over nam het aandeel offroad gelukkig gestaag toe, en de moeilijkheidsgraad ook. Aanvankelijk nog meestal droge paden, maar geleidelijk aan kwamen er modder, keien en andere spielerei. We hebben ons in het zweet gewerkt.

De volledige allroadroute (200 km) zou ons te laat aan de aankomst brengen. Het laatste stuk schakelden we daarom over op de snellere onroadroute. Rond 17u30 kwamen we aan op camping Petite Suisse in Dochamps. Snel tentje opzetten (het Quechua-kampeermateriaal heeft dat weer prima gedaan – de tweede nacht stonden er bevroren druppels op de tent, maar niks kou gehad), douchke pakken en dan het restaurant in. Hier was wel duidelijk 150 man van de partij. Gezellige drukte en fijn weerzien met de aanwezige Alpenridders. Het begon intussen ook te regenen. Dat beloofde voor dag 2.

Dag 2: Allroadtoertje Ardennen (1 april)
Hetzelfde ritueel op dag 2: iedereen deed zo’n beetje wat hij wou. Vroeg vertrekken of liever laat ontbijten en pas in de late voormiddag op pad gaan? Kon je zelf kiezen. Wij startten de motoren rond 10 uur, in de regen, en ook nu weer zonder briefing van de organisatie. De vijf Alpenridders adopteerden een aanhaker: Jan (alias den Trats), die gisterenavond bij ons aan tafel aanschoof.

De route van gisteren bleek een opwarmertje te zijn: de eerste strook onverhard van dag 2 was al direct glijden en schuiven. Gevolg: de eerste valpartijen. Lees verder →