Dag 4 – dinsdag 20 september – Het fort
Het tentvolk is vroeg uit de veren en het gaat al direct over bandenspanning. Jan en ik voelden gisteren weinig verschil. We vragen aan Bart hoeveel bar hij aanraadt. Volgens hem hangt veel af van band en bandenmaat. Hij voelt gewoon. De band met twee duimen lichtjes kunnen induwen, zoiets.
Ik laat op gevoel m’n band af en kom uit op 1,2 bar voor en 1,8 bar achter. Hoewel een ander metertje weer wat anders beweert.
Bart heeft intussen de weersvoorspellingen bekeken en gooit het programma om. Normaal zou offroaddag 2 een oefendag worden, maar het belooft vandaag mooi te worden en morgen minder, dus we doen een position switch. Morgen oefendag, vandaag een rit naar “Het fort”.
We vertrekken om 10 uur, maar helaas met een man minder. Frederik liep deze winter een skiblessure op, de offroadschokken doen daar geen goed aan. Jammer genoeg zijn er in de buurt genoeg mooie passen en banen over asfalt, anders kon meneer vanaf nu voor het avondeten zorgen.
De route die we vandaag nemen begint zoals gisteren (grind- en aardewegen) maar verandert stilaan naar een meer stenig parcours. Nog meer opletten geblazen in korte klimmende bochten, zien dat je tractie houdt en evenwicht bewaart. Het verschil in bandendruk is nu wel merkbaar (stukken beter zo!) maar door bochten vliegen is er niet bij. Een steile haarspeldbocht bergop vereist de volle aandacht.
Het is voor mij nog zoeken hoe ik zo’n bocht het best neem met de Tiger, in eerste (waarin hij bij vlug gas lossen durft stilvallen) of in tweede (waarin hij bij trage manoeuvres souplesse mankeert en in ademnood dreigt te raken). Dat onwennige zorgt ervoor dat ik – net voor we het fort bereiken – voor de eerste keer deze reis op m’n bakkes ga. In een scherpe draai valt de motor stil, net voor het punt dat je het gas opent om ‘m uit de bocht te trekken. Het is redelijk steil bergop en er is geen houden aan: motor tegen de vlakte. Zelf loop ik geen kwetsuren op, de motor wel: de rechter handkap breekt aan één kant af, spiegel en pinker zijn geschramd. Valt mee, al zijn de handkappen blijkbaar erg kwetsbaar.
Jan helpt me de motor rechtzetten en we vatten het laatste stuk aan. Na een pittige finale klim bereiken we het fort. 2809 meter hoog zegt de Tripy van Ben.
Het is intussen al middag, Bart en Maja halen de picknick boven, de hongerige wolven laten geen kruimel over.
We genieten van het fantastische uitzicht. Besneeuwde pieken, kronkelpaden die bergflanken opslingeren, grazende koeien, een skilift die naar het dal afzakt, een klein dorpje in de vallei. Maar sommigen hebben ook last van de hoogte. Of is het de limoncello van gisteravond die opspeelt?
De afdaling blijkt zwaarder dan gedacht. Niet zozeer technischer, maar wel meer belastend voor rug en knieën. Piet rijdt onderweg lek, maar met de hulp van Ben en Tony’s pomp is hij op een halfuurtje weer op weg. De rest van de groep installeert zich intussen in het zonnetje.
Rond 15u30 rijden we terug de camping op. Dat lijkt vroeg, maar het was een behoorlijk veeleisende rit, dus niemand klaagt dat we het hierbij laten voor vandaag. Doordat de picknick aan de zuinige kant was, rommelen nu de magen. Of toch die van Tony, Jan en mij. We kijken of Team Endurofun geen vieruurtje uit de mouw tovert, maar helaas. We plunderen dan maar de volledige voorraad van de campingkantine. Met drie croissants – niet per man – moeten we het doen. Bart of Maja hadden het waarschijnlijk in de mot, want de volgende dagen verschijnt na de aankomst altijd direct een hapje op tafel.
Bekomen van de eerste honger helpt Tony me de kapotte handkap oplappen. Twee tiewraps en twee gaatjes (merci, professionele gaatjesboorder Tony), en ’t is gefixt.
’s Avonds steekt Bart de barbecue aan. Blijkbaar gaan tijdens andere Endurofun-reizen enkel hardcore-carnivoren mee, want de porties groenten en aardappelen zijn nipt. Gelukkig heeft Bart worst aan de lopende meter gekocht en is er cake om de laatste gaatjes te vullen.
Dat het een zware dag was is duidelijk: iedereen vroeg onder de wol, te moe om “Bart, wat gaan we morgen doen?” te vragen.
Dag 5 – woensdag 21 september – Oefendag op de skipiste
Vandaag wordt aangekondigd als een dag om te oefenen en bij te leren. Een valpartijtje links of rechts zal er waarschijnlijk bijhoren, maar de oefeningen zullen ons helpen om de volgende dagen vlotter mee te kunnen.
We ontbijten laat (het tentvolk heeft intussen al de eigen voorraad aangesproken) en vertrekken rond 10u30.
Al snel bereiken we de eerste uitdaging: een aarden helling met een laagje grind erover. Bart toont hoe het moet (tractie blijven zoeken en kijken waar je naartoe moet) en spoort dan iedereen aan om het ook te proberen. Niet iedereen is er meteen happig op, want de helling ziet er best steil uit. Ik denk aan de eerste dag (“Dat ging eigenlijk makkelijker dan ik had gedacht.”) en beslis: gewoon doen. Al is het met de daver op het lijf. Je ziet mezelf, Piet en Bart VM aan het werk:
Bij bijna iedereen gaat het vlot, een enkeling valt stil onderweg. Net als bij de passage met de steenlawine: het is makkelijker dan het eruitziet. Toch waagt niet iedereen zich eraan, hoewel ik begin te beseffen dat je soms het verstand even op nul moet zetten en gewoon gaan.
Wat verder een tweede oefening: kleine bergop, kort draaien rond de paal van een skilift en terug naar beneden. Ikzelf en Jan F. in actie:
We rijden verder, doen een vlak stuk met dikke stenen, een helling en een afdaling op een smal bospaadje, en klimmen dan onder een skilift een pad op. Niet makkelijk, want de dikke stenen dwingen je soms van je lijn af.
Ik wijk daardoor de graskant in en probeer terug op het pad uit te komen. Dat draait echter scherp naar links omhoog. Te scherp. Op een losliggende steen zet het voorwiel een stap opzij als ik de bocht kort wil nemen, en voor ik het weet lig ik met mijn klikken en klakken tegen de grond. Krassen op spiegel en pinker. De handkap (de linker deze keer) blijft heel. Bart VM rijdt achter me en wil zich aan de kant zetten om mee te helpen m’n motor recht te zetten. Boem patat, daar gaat hij zelf tegen de vlakte. Maja komt ons redden. Ik ontdek ook een werkpuntje: bergop vertrekken op een lastige ondergrond, daar moet ik nog op oefenen.
Even later, een volgende oefening. Opnieuw een helling, wat langer deze keer, met vooral veel losliggende stenen i.p.v. grind. Bart demonstreert en legt uit: voldoende gas houden (zonder te overdrijven) en extra aandacht schenken aan je evenwicht. Jan F. doet het eruit zien alsof het niks voorstelt:
Sommigen zien het echter niet zitten en slaan deze oefening over. Ik raak (met minder stress als bij de eerste oefening) boven. Een soort overwinningsrush, van “oh shit” onderaan de helling tot “fuck yeah!” boven.
We bevinden ons intussen tussen skipistes en -liften. Het weer wordt grijs en mistig. We spelen nog een beetje op een leuk stuk:
Bart hoopte te lunchen in een hut op de piste, maar helaas: alles gesloten. We zakken af naar het dal terwijl het stilaan begint te miezeren. In een gezellig restaurant doen we kracht op met een smakelijk bord pasta terwijl het buiten regent.
Wanneer we weer vertrekken, is het ergste voorbij. Deel twee kan van start, maar we nemen afscheid van twee deelnemers. De een vindt dat hij al genoeg de waaghals heeft uitgehangen en beslist terug naar de camping te rijden. De ander z’n band verliest druk, dus beter het zekere voor het onzekere nemen en even kijken wat het probleem is.
’s Namiddags geen oefeningen op het programma maar een uitdagende rit. Niet zozeer door de ondergrond (hoewel er enkele passages met losliggende stenen bij zitten) maar door het decor: de bergflanken zijn steil, en de afgronden naast ons pad zijn diep. Vooral naar het einde toe wordt het spannend, dan verandert het relatief brede pad soms in een single track. Ik voel me niet echt op m’n gemak.
De laatste metertjes naar de top neemt niemand: te steil. Maar Bart meent het aan te kunnen. Halverwege verliest hij echter grip en valt. De ondergrond is gewoon te glad, zelfs voor z’n TKC 80. Ben raakt wel helemaal boven, hij neemt een ander paadje dat iets minder steil is.
Op de top waait het hard. Het ene moment zitten we in de mist, het andere moment blaast de wind de mist weg en kijken we uit op (opnieuw) een verbluffend landschap.
Ik kijk niet bepaald uit naar de afdaling. Die afgrond is er net teveel aan. En ik ben niet de enige met die bekommering. Ik besluit daarom 100% te focussen op kijktechniek. Kijken waar je naartoe wil. Gas, koppeling en achterrem controleren. Concentreren op iets anders dan die afgrond. Voor ik het weet ligt het ergste stuk achter me en even later schuift er opnieuw asfalt onder het rubber.
We bereiken de camping rond 18u30. Het was opnieuw een zware dag en Bart besluit dat we vanavond niet zelf koken. We doen ons tegoed aan de prima pizza’s van de campingkantine. Zowat iedereen heeft vandaag de motor moeten neerleggen, maar we hebben enorm veel bijgeleerd en onze grenzen verlegd.
Dag 6 – donderdag 22 september – Over de Franse grens
Wie niet wakker is, zal het snel worden, want we ontbijten in de kantine met een stevig shot espresso en een gevulde croissant. Vandaag staat “De Koninginnenrit” op het programma. Al is niet meteen duidelijk wat we daaronder moeten verstaan.
Voor we vertrekken, licht Ben ons nog snel in: we zullen de hele voormiddag asfalt rijden en een pas doen. Best warm genoeg aankleden dus. Welkome info.
Onze twee afhakers van gisteren beslissen thuis te blijven. De een heeft geen zin meer om zich te bewijzen. De ander constateerde vanmorgen opnieuw bandenspanningsverlies. Moet gerepareerd worden. En er is nog een derde afhaker, hij zal later vandaag Bart sms’en dat het mooi is geweest maar dat hij naar huis is vertrokken.
De voormiddagrit leidt ons via een bergpas naar Frankrijk. Over asfalt deze keer. Onderweg: een lekker zonnetje en mooie uitzichten. In Frankrijk slaat Team Endurofun belegde broodjes en drank in die we later op een weide, onder een skilift, verorberen.
En dan is het tijd voor het echte werk: offroad. Kernwoorden: losliggende stenen, haarspeldbochten, bergop. Toch vindt iedereen dat dit beter meevalt dan gisteren. Een pittige rit, daar niet van, maar in vergelijking met gisteren minder gewaagd. Voor het eerst heb ik het gevoel dat ik tijd heb om te genieten van de omgeving en me even iets minder moet concentreren op m’n motor.
De bekroning volgt op de top: de ruïne van een oud fort op 2500 meter, met – ik val in herhaling – ongelofelijke uitzichten.
We nemen een flinke pauze, Ben zet koffie, we genieten van het moment.
We dalen terug af en nemen een andere route die ons terugbrengt naar het asfalt en de bewoonde wereld. Als een klein dorpje langs een bergpas daarvoor mag doorgaan tenminste.
Even verder draaien we terug onverhard op en het landschap verandert. Het lijkt hier wel Schotland. Zacht glooiende groene heuvels, een pad dat daartussendoor kronkelt, een kabbelend beekje hier, een schilderachtig meertje daar. Schitterend om op een half uur tijd een andere wereld in te zijn gereden.
Ik geniet met volle teugen van het landschap. Dat kiezel en losliggende stenen onder de wielen passeren vergeet ik bijna. Dit is zonder twijfel mijn favoriete passage van de hele reis. Een mysterieuze sfeer, die benadrukt wordt door de mist. Ik waan me op een oude smokkelroute.
Plots houdt Bart halt. De stenen zijn intussen kleine rotsblokken geworden zonder dat ik er veel erg in had. Maar nu ligt een wel erg uitdagende verzameling voor ons.
Bart rijdt erover met de vingers in de neus, en Piet geeft – zoals bij elke hindernis de voorbije dagen – de jonkies het nakijken.
De rest volgt, de een met meer souplesse dan de ander. Daarna gaat het vlot terug de grens over, en sjezen we via asfalt terug naar de camping.
’s Avonds genieten we na van de fantastische dag. We duiken nogmaals de campingkantine in. Geen pizza deze keer (niet overdrijven hè!): Bart en Maja laten zowat alles aanrukken dat de keuken in huis heeft. Een beetje een allegaartje, maar smaken dat het doet. Morgen: de laatste offroaddag.
Pingback: Verslag: Endurofun Adventuretrip Alpen 2016 (deel 1) | Jean Le Motard
ik wil teruuug!
Pingback: Test: Triumph Tiger 800 XCa | Jean Le Motard