Dit jaar organiseerde Endurofun voor het eerst de Adventuretrip richting Italiaanse Alpen. Gezamenlijk binnendoor oprijden in 3 dagen, daarna 4 dagen offroad rijden zonder bagage (die blijft op de camping) en dan in 2 dagen terug naar huis. Twee offroadtrainingen bij Endurofun moeten volstaan om mee te kunnen. De reis mikt hiermee op de beginnende allroadreiziger. En zo ben ik er eentje. Dus ik ging mee.
Dag 1 – zaterdag 17 september – Het vertrek
Afspraak om 8 uur op het vertrekpunt nabij Herk-De-Stad. 13 deelnemers:
Bart VM (niet te verwarren met Bart van Endurofun) met een BMW F 800 GS
Frederik met een BMW 1200 GS
Tony met een BMW 1200 GSA
Karel met een BMW 1200 GSA
Johann met een BMW 1150 GSA (aka Dikke Bertha)
Max met een KTM 1190 Adventure R
Luc met een KTM 1190 Adventure R
Chris met een KTM 1190 Adventure R
Bram met een KTM 990 Adventure (en met z’n 29 de jongste deelnemer)
Piet met een Yahama XT660Z Ténéré (en met z’n 66 de oudste deelnemer)
Ivo met een Triumph Tiger 800
Jan met een Triumph Tiger 800 XCa
En ikzelf met een Triumph Tiger 800 XCa (waarvan je hier het testverslag kan lezen)
Het merendeel heeft Continental TKC 80 gemonteerd, enkelen doen het op TKC 70, Heidenau K60 Scout en Michelin Anakee Wild. Drie begeleiders mogen dat zootje avonturiers in het gareel houden: Endurofun-bezielers Bart en Maja (met hun kersverse Africa Twins) en Ben (KTM 950 Super Enduro).
Na een korte introductie met een kop koffie en een chocoladekoek mogen we ons verdelen in 4 groepjes. We gaan vandaag in kleinere groepjes rijden, telkens met een kopman die een Tripy meekrijgt. Jan en Tony ken ik vanop de Triocursus, wij haken aan bij Ben.
Het startschot wordt iets na 9 gegeven. We rijden een vlotte route via onder meer La Roche en duiken Luxemburg in. Daar stoppen we ’s middags met de hele bende voor de lunch op een zonnig terras. Bart vertelt wat anekdotes die – als je al eens een cursus of rit bij Endurofun deed – bekend in de oren klinken. Dat betert gelukkig de volgende dagen, dan komen de verhalen boven die nog niet werden grijsgedraaid.
Na de lunch zetten we aan richting Frankrijk. Het wordt een redelijk lange dag met weinig pauzes. 498 km. Wel een mooie route. Reeksen haarspeldbochten, lange stukken recht met velden zover het oog reikt, kronkelwegen door bossen met de zon die doorheen het dichte bladerdek het wegdek bezaait met witte vlekken.
Rond 18 uur bereiken we de finish: een camping in de buurt van de Noordelijke Vogezen. Tentje opzetten en aanschuiven in de kantine van de camping. Warme camembert met brood en garnituur, in combinatie met een paar glazen wijn en een portie vermoeidheid komt dat flink aan. Iedereen vroeg de tent in.
Dag 2 – zondag 18 september – Zeikweer
Het regende ’s nachts. Het matrasje was ook nog wennen. En ’s ochtends tikken de druppels ook nog op het tentzeil. Niet bijster goed geslapen dus. En ik ben niet de enige. Redelijk wat vermoeide kopjes, allemaal snel snel die natte tent inpakken en dan de kantine in.
Met een stevige koffiekoek en een kop koffie worden de plannen beraamd. Want zoals Bart gisteren al zei: elke reis is een avontuur, en plannen kunnen wel gemaakt worden, maar staan open voor verandering. Daarom nemen we niet opnieuw binnenwegen, maar rijden we de autostrade op om zo snel mogelijk de regenzone te verlaten, en dan terug binnendoor.
Niemand die daar graten in ziet, dus rond 9 uur vertrekt de hele groep. In D-systeem deze keer: Bart en Maja voorop, Ben als rode lantaarn. Dat gaat redelijk vooruit, maar je merkt dat zo’n groep van 16 voor flink wat tijdverlies zorgt aan péages of bij een gezamenlijke tankbeurt. Dat in kleine groepjes rijden van dag 1 was dus zo’n slecht idee nog niet.
Even na 13 uur houden we halt in de buurt van Dijon. De hemelsluizen zijn intussen nog altijd niet dicht. Sommigen hebben het koud, anderen ontdekken dat hun laarzen of handschoenen toch niet waterdicht zijn. Even opwarmen in een wegrestaurant, kracht opdoen met een hamburger en frieten, en het begeleiderstrio dat alle mogelijke weerapps bekijkt.
Het verdict: Frankrijk zal de hele dag regen over zich krijgen. Het oorspronkelijke plan om op de Franse-Zwitserse grens te overnachten gaat nu finaal de vuilbak in. Want om vanavond de tent op te zetten in de regen en morgenochtend opnieuw een natte tent te moeten inpakken, daar heeft niemand zin in. Het nieuwe plan: in kleine groepjes rechtstreeks naar onze eindbestemming in Italië. Nog een dikke 400 km te gaan.
Tony, Jan en ik vertrekken om 14u30 en houden er een stevig tempo op na. Onderweg blijven de buien nog steeds niet uit, maar gelukkig trakteert de Fréjustunnel ons op een 13 km lange sauna. Daar drogen we lekker van op. Aan de andere kant van tunnel, in Italië, gelukkig geen regen.
Om 20 uur rijden we de camping op, de Italiaanse Alpen als decor. De anderen komen ook ongeveer rond dit tijdstip aan. Snel de tent opzetten voor het helemaal donker is. Sommigen zijn echter nog niet bekomen van de regennacht in de tent en beslissen een chalet te huren op de camping. 8 man in tenten, 8 man in chalets. Het zal de volgende dagen leiden tot wat grappen en steken tussen tent- en chaletvolk.
Toch valt het mee met die natte tent. Tip van Bart: even je gasvuurtje laten branden in de tent – zonder ze op te fikken uiteraard – en je binnentent is in een wip droog. Blijkt perfect te gaan. Na een hete douche duiken we de kantine van de camping in met de hele groep: pizza! En lekker dat dat is.
Trouwens, nog een tip: kies als motard aan de péage altijd voor de bemande loketten, die met het symbool van cash geld (je kan er even goed met je bankkaart betalen). De onbemande loketten hebben soms niet door dat je met de motor bent, waardoor je het autotarief betaalt. Scheelt al snel heel wat euro’s.
Dag 2 was niet de meest geweldige rijdag, maar het voordeel is wel dat we een dag vroeger op onze bestemming zijn. Wat dus betekent: een extra dag offroad. Bart doet tijdens de pizza de plannen voor de volgende dag uit de doeken: voormiddag rustig opstaan en klaarmaken voor offroad, namiddag een opwarmingsrit.
Dag 3 – maandag 19 september – De opwarmingsrit
Na een droge nacht nemen we de tijd om het materiaal dat we de vorige ochtend haastig hebben ingepakt in de regen een beetje te reorganiseren. Natte spullen worden te drogen gehangen, de chaos in de bagage wordt terug op orde gebracht.
We ontbijten redelijk laat op het zonovergoten terras van de kantine. Sommige magen gaan tegen dan al flink tekeer. Bart legt intussen uit wat zeker mee moet tijdens de dagtochten en welke aanpassingen je aan je motor kan maken (denk aan vering en bandenspanning).
Terwijl Bart, Maja en Ben gaan winkelen voor de lunch, kan de groep zich klaarmaken voor de middagrit. Blij dat Jan mee is, die heeft meer verstand (en materiaal) om de Tiger klaar te maken voor offroad. Het stuur lichtjes kantelen om staand makkelijker aan rem en koppeling te kunnen, de bandenspanning omlaag (1,8 voor – 2,0 achter), het zadel op de lage stand, vering voor en achter bijregelen.
Na een zonnige broodjeslunch met temperaturen van vlot boven de 20°C vertrekken we voor de opwarmingsrit, opnieuw in D-systeem met de hele groep. En of we worden opgewarmd. Eerst een fantastische klim de bergen in over asfalt, haarspeldbocht na haarspeldbocht. Da’s wennen en ook werken. De kijktechniek van op de circuittrainingen komt van pas. En dan verandert het asfalt plots in grind en aarde en moet de asfalttechniek plaats maken voor de offroadtechniek. De knop omdraaien, even aanpassen. Ook hier haarspeldbochten die de volle concentratie vereisen. 100% focus op techniek.
We pauzeren boven tot de groep samen is. Klein crisismoment, want sommigen vinden dit al redelijk zwaar. Bart toont zich een harde leermeester. Niet neuten, gewoon meerijden en werken aan die techniek. Alleen zo leer je bij en ga je vlotter meekunnen. Hier en daar wat gemor in de groep, maar langs de andere kant heeft Bart wel een punt. Nu al opgeven zou veel te vroeg zijn. We zijn nog maar een uurtje aan het rijden, iedereen moet er nog in komen. Dus gewoon blijven rijden, op je eigen tempo, want Ben speelt toch voor rode lantaarn.
We rijden verder en botsen op een wegversperring: route afgesloten. Bart beslist om door te rijden. “We zien wel wat er is, desnoods maken we rechtsomkeer.” Het pad leidt nu langs steilere hellingen, wat het rijden iets spannender maakt. En dan komen we aan de reden waarom de route werd afgesloten: een steenlawine over het pad.
Bart neemt een kijkje en besluit: “Daar kunnen we wel over.” Hij springt op z’n Africa Twin en rijdt over de steenmassa (al moet hij daarvoor wel eerst een iets te hulpvaardige Duitser bedanken voor onnodige diensten). Voorzichtig en gecontroleerd, want links gaapt een serieuze afgrond. Niemand kan geloven dat we hier allemaal over moeten of kunnen. “Daar begin ik niet aan. Ik rij wel terug. Ik ben niet zot,” hoor ik uit diverse monden, inclusief de mijne.
Bart heeft intussen z’n motor achter de steenlawine geparkeerd en roept: “Komaan mannen, dat lukt wel. We gaan met een aantal langs de afgrond staan, zodat we direct kunnen ingrijpen als iemand in moeilijkheden raakt. Oké, de volgende!” En tot mijn verbazing gaan één voor één de avonturiers erover. Mijn goesting is er nog altijd niet, maar na een zevental probleemloze passages ga je toch denken dat deze hindernis te doen moet zijn. En daar ga ik dan. Veel getaffel en weinig techniek, maar hey, ’t is nog maar de opwarmingsrit hè.
En dan sta je aan de andere kant en denk je: “Dat ging eigenlijk makkelijker dan ik had gedacht.” En de rest denkt er net zo over.
Met een gevoel van “Yes, we did it!” rijden we verder. Onderweg af en toe stoppen om te genieten van het fantastische uitzicht tussen de bergtoppen, koeien tegenkomen die de weg versperren, grappig zicht.
Een rit van 90 km, dik 5 uur hebben we erover gedaan. Vooral grind en eigenlijk niet echt moeilijk, buiten die ene spannende passage dan. Een opwarmertje dus.
We komen rond 19 uur terug aan op de camping en dan is het alle hens aan dek voor het avondeten. Aardappelen schillen, boontjes schoonmaken, uien snipperen, biefstuk op de grill … We eten laat en in het donker, maar we genieten nog na van de eerste dag en vragen (een beetje met een bang hartje) wat de volgende dag zal brengen. Dan durft Bart wel eens een steek uitdelen: “De rit van vandaag is kattenpis in vergelijking met die van morgen.” Wat ervan waar is …
Zalig verslagje Jean!! Achteraf gezien inderdaad maar een opwarmertje! Dat moeten we nog eens doen hé! 😉
Knap en correct verslag, bovendien aangevuld met leuke impressies (foto en film) hoed af !
Goed bezig…
Doe zo verder!
Kheb nu al heimwee naar de bergen, mooi verslag.
Al voor het derde keer gelezen en telkens opnieuw weer het gevoel dat ik nog op Berta zit! ik verwacht met ongeduld deel 2.
Pingback: Test: Quechua kampeermateriaal | Jean Le Motard
Pingback: Test: Triumph Tiger 800 XCa | Jean Le Motard
Pingback: Endurofun Adventuretrip Alpen 2016: de aftermovies | Jean Le Motard
Pingback: Nieuw gerief in 2016 | Jean Le Motard
Pingback: De Alpenridders maken plannen | Jean Le Motard
Pingback: 2016 in cijfers | Jean Le Motard
Pingback: Verslag: Stefenduro Morvan Allroadtrip | Jean Le Motard
Pingback: Alpentrip 2017: het verslag (deel 1) | Jean Le Motard
Pingback: Endurofun Midzomerrit 2018 – Jean Le Motard