Test: BMW S 1000 R

Na de release van de nieuwe BMW S 1000 RR in 2019 was het uitkijken naar de verschijning van de geüpdatete BMW S 1000 R. Z’n voorganger had intussen al wat jaartjes op de teller: in 2014 stond hij voor het eerst in de showroom, als rechtstreekse afstammeling van de toenmalige RR.


Het design van de nieuwe S 1000 R is uiteraard het eerste dat in het oog springt. Hij kreeg een eerder klassieke koplamp die je minder scheef doet kijken dan de snuit van de vorige generatie. De motor oogt korter, gebalder en gespierder (hoewel hij toch een drietal centimer langer is). Je hoeft ‘m maar een glimp te geven om te weten: dat ding knalt!


BMW tapte bij de ontwikkeling van hun supernaked logischerwijs stevig uit het vaatje van de nieuwe RR. Het 1000 cc motorblok werd bijgevijld, zodat het – net als bij z’n voorganger – over een breder koppel beschikt. De ShiftCam-technologie van de RR werd ook overboord gegooid. De filosofie achter deze aanpassingen is dat de RR op circuit moet uitblinken terwijl de R vooral op straat – en dus minder vaak in de hoogste toerentallen – optimaal inzetbaar moet zijn.

Verder werd ook in Lees verder

Test: BMW R 1250 R

Een BMW line-up zonder boxers? Ondenkbaar. Het typische beeld van de twee stevige bulten is onlosmakelijk met het merk verbonden. Weinig kans dus dat BMW plannen heeft om de boxer binnenkort te begraven. Ze blijven hem alleszins doorontwikkelen. Want de concurrentie staat ook niet stil natuurlijk.

Honderd jaar na de geboorte van de M2B15, de allereerste BMW boxermotor, voegt BMW met de introductie van de gloednieuwe 1250-tweecilinder opnieuw een hoofdstuk toe aan haar boxerboek. Het nieuwe blok is verkrijgbaar in vier smaken: GS, RT, RS en R. Met die laatste ervaar je de flattwin in z’n meest pure vorm.

Hop, op de VVT-trein

De laatste 1200-boxer dateert van 2013 en met de ontwikkeling van het nieuwe 1250-blok ging het BMW in de eerste plaats om meer poeier onderin. De cilinderinhoud steeg van 1.170 naar 1.254 cc, de paardenstal werd uitgebreid van 125 naar 136 stuks, en de koppelpiek klom van 125 Nm (bij 6.500 toeren) naar 143 Nm (bij 6.250 toeren).

Bovenop die straffere cijfers debuteert BMW in dit blok met de ShiftCam-technologie, in gewonemensentaal variabele kleptiming genoemd. Terwijl sommige merken al jàren deze techniek toepassen, Lees verder

Test: Aprilia Tuono V4 1100 Factory

Uiterlijk heeft de Aprilia Tuono veel gemeen met de RSV4 waarvan hij afgeleid is. Er zit ook meer kuipwerk op dan op andere dikke nakeds. Vooral het windschermpje is groter dan wat we gewoon zijn. Het lijkt je uit te nodigen om je er bij hogere snelheden achter te proberen wringen. Een veeg teken aan de wand.

Uitrusting

De Tuono komt in twee versies, de RR en de Factory. De Factory heeft alles wat de RR heeft en voegt daar de racekont van de RSV4, Öhlins rondom, en ander schoeisel aan toe: Pirelli Diablo Supercorsa’s met een 200/55 achterband, terwijl de RR standaard op 190/55 Diablo Rosso III’s staat. Superpole Graphics is de exclusieve kleurstelling voor de Factory. Verder hebben beide modellen dezelfde, ontzettend complete uitrusting.

Het elektronicapakket is indrukwekkend. Zeg niet zomaar tractiecontrole, zeg “Aprilia Performance Ride Control”. APRC regelt niet gewoon een paar dingetjes maar zorgt voor heuse “assistentiestrategieën”: ATC (tractiecontrole, in 8 standen regelbaar tijdens het rijden via kleine flippers aan het stuur), AWC (wheelie control, instelbaar tijdens het rijden), ALC (launch control, enkel aan te raden op circuit), APL (pitlimiter, handig in stadsverkeer) en ACC (cruisecontrol).

Verder is er de instelbare, hellingshoekgevoelige race-ABS en kan je kiezen tussen drie motormappings (Sport, Track en Race). Het feit dat de basisinstelling “Sport” heet is ook een veeg teken aan de wand …

Dash

De instellingen van al dat lekkers wijzig je met een uit de kluiten gewassen knoppenwinkel aan de linkerkant en lees je af op het heldere TFT-scherm. Daarop zie je naast (uiteraard) snelheid en toerental ook de supercoole hellingshoekmeter. Maar in real time je hellingsgraad bekijken, daarvoor heb je gewoon geen tijd. Behalve wanneer hij op de zijpikkel staat: 12 graden hellingshoek!

Gelukkig kan je de Tuono aan je Lees verder

Kort getest: BMW F 800 R

M’n 650 GS moest een paar keer meer dan verwacht overnachten bij Peter Motor Works, dus kreeg ik een BMW F 800 R mee als vervanger. Nee, niet het nieuwe 2015-model, maar de vorige R die geïntroduceerd werd in 2009. Een rode met net geen 20.000 km op  de teller.

bmw-f-800-r-red

De F 800 R is de kleinste naked van BMW. De parelleltwin van 798 cc levert 90 pk af en 86 Nm koppel bij 6000 toeren. Al vanaf de eerste meters valt op dat dit een speels beestje is. Niet zo speels als de Triumph Street Triple R, maar ook de BMW daagt je uit. De Triumph heeft het voordeel van z’n 3de cilinder, wat hem over het hele toerenbereik veel punch geeft. Niet dat het de BMW aan veel ontbreekt. Hij kan in alle toeren vlot weg, maar vooral met de toerennaald richting rood kan je ‘m flink op de staart trappen. Het lijkt wel of z’n adem niet op kan. Agressief, zoals de Ducati Monster 821, wordt deze BMW echter nooit. Op een onverwachte wheelie (zoals de Ducati) zal hij je niet trakteren, al voel je ‘m wel licht in de neus worden als je de gas snel opendraait. En in tweede doortrekken tot 120 is ook geen probleem.

bmw-f-800-r

Dat brede bereik in tweede is erg makkelijk tijdens het filefilteren. Schakelen? Niet nodig. Z’n geluid speelt dan ook in je voordeel. In lage toeren produceert de BMW F 800 R een mooie brom, vanaf 6000 toeren word je op gehuil getrakteerd. Niet zo verslavend als het geluid van de eerder genoemde Triumph, maar deze BMW doet z’n best. En als een (autorijdende) collega je vertelt dat hij je ’s morgens in de file heeft horen aankomen, dat klinkt toch als muziek in de oren?

Minder leuk is Lees verder