Test: KTM 890 SMT

SMT. Supermoto Touring. Oftewel: een speelse langeafstandsvreter. Klinkt goed, nee? En toch is de KTM 890 SMT vandaag de enige in het SMT-segment. Bij Ducati vind je de Hypermotards, maar die vinken enkel het letterduo SM af. De T mijden ze. Ik weet niet of we er meer achter moeten zoeken dat andere merken deze categorie links laten liggen, maar ik was wel nieuwsgierig om te ontdekken hoe KTM die lettercombinatie precies invult.


Nu is het een beetje de vraag: moet je een SMT zien als een sporttouringmodel (zoals er tegenwoordig wel meer op de markt zijn – denk aan de hier onlangs getestte Suzuki GSX-S1000GX, de Triumph Tiger Sport 800 of de wat meer adventure-ogende Ducati Multistrada V4 S)? Of is de SMT zonder meer een klasse apart?

Als het van KTM afhangt, is het dat laatste. Want de nadruk ligt – in tegenstelling tot het net genoemde trio – duidelijk minder op de T, en veel meer op de SM. Kan ik al onmiddellijk verklappen. Het sportief ingestelde Michelin PowerGP rubber en het afgekapte ruitje gaven dat eigenlijk ook al weg. Samen met de witte snavel heeft de 890 SMT daardoor een “speciale” look. Het is een beetje een rare eend. En of je voor een motor valt, heeft vaak veel met de looks te maken.


De 890 SMT is echter meer dan een 890 Adventure op straatbanden, ook al ziet hij er op het eerste gezicht misschien zo uit. De SMT heeft onder meer Lees verder

Kort getest: Indian Scout Bobber Twenty

De term bobber hoor je wel vaker in het cruisersegment. Harley-Davidson, Triumph en Moto Guzzi hebben er elk één in hun gamma. En met het Scout model heeft Indian er zelfs twee in huis: de Scout Bobber en de Scout Bobber Twenty. Maar wat maakt een bobber zo speciaal, en hoe rijdt zo’n ding?

Minimalist 

Bobben of bobbing ontstond in de customscene van de jaren 1930. Motorfietsen werden lichter en dus sneller gemaakt door overbodige onderdelen te verwijderen: geen voorspatbord, minimalistisch achterspatbord, zo weinig mogelijk metaal of chrome.

Tegenwoordig heeft een bobber meer met looks en coolheidsfactor te maken dan met gewichtsbesparing. Dit is ook zo bij de Indian Scout Bobber. Korte spatborden, een solozadel, een laag en ver naar voren geplaatst stuur bij de Scout Bobber en een mini-apehanger bij de Scout Bobber Twenty. Beide met voorwaartse voetsteunen.

De zithouding lijkt spartaans maar als ik er even op ga zitten in de showroom lijkt het toch best comfortabel. Of ik hierover na een halve dag rijden nog hetzelfde denk, daarop komen we later terug.

Beach cruiser 

Ik rij voornamelijk op naked en adventure motoren. De eerste meters op de Scout Bobber Twenty voelen dan ook vreemd aan. Voeten naar voor, armen in de lucht. In het begin moet ik vaak naar de voetsteunen zoeken, want Lees verder

Test: Harley-Davidson Street Rod

Choppers en zware bakken met een overdosis chrome. Als dat de eerste associaties zijn die mensen maken als ze je merknaam horen, is het misschien tijd om in actie te schieten. Zeker als je een grotere, vooral jongere doelgroep wil beginnen aanspreken.

Harley-Davidson introduceerde daarom in 2015 de Street 750. Minder zwaar, minder duur en minder cliché-Harley. Dat sloeg blijkbaar aan, want in 2017 presenteerde Harley de Street Rod. Gebaseerd op de Street 750, maar performanter en sportiever van opzet. Ik ging er een weekje mee toeren.

Baby-Harley?

De Harley-Davidson Street Rod heeft de kleinste longinhoud van de hele Harley stal. Samen met de Street 750 is hij ook de enige die onder de 10.000 euro-grens duikt (Belgische vanaf-prijs: 8.400 euro, Nederland: 9.900 euro – pre-Trumptaks).

Toch kan je de Street Rod geen Baby-Harley noemen. Echt niet. Dit is een volwassen Harley die zonder blozen naast z’n grotere broers kan gaan staan. De afwerking laat weinig te wensen over (de tiewraps doen wat cheap aan, en hier en daar mochten wat kabels properder weggewerkt zijn), de Harley logo’s zijn alomtegenwoordig (tot op de Michelin Scorcher banden toe) en voor zaken als z’n mooie, brede tank en de rode achterschokdempers vallen niet-Harley fans toch ook?

Typisch Harley dus? Nou nee, niet helemaal. De Street Rod wil sportiever zijn dan het gemiddelde Milwaukee-product. Daarom werd de Street 750 danig onder handen genomen. Te beginnen met de V-Twin. Het 749 cc blok werd flink opgepord, zodat het van 59 Nm en 57 pk naar 65 Nm en 68 pk klimt. Harley durft er daarom zelfs een High Output labeltje op plakken.

Ten opzichte van de 750 krijgt de Rod ook meer grondspeling (van 145 naar 205 mm), een hoger zadel (van 720 naar 765 mm), een ruimere hellingshoek (van 28,5 naar 37,3 graden vooraleer het linker voetsteuntje het asfalt raakt) en een scherpere balhoofdhoek (van 32 naar 27 graden). Klinkt veelbelovend? Start your engines!

En dan word je níet terug naar je kindertijd gekatapuleerd, toen je op je fiets – met een stel speelkaarten tussen de spaken – luid klepperend over straat scheurde. Nope, in tegenstelling tot eerdere Harleys die ik testte, klinkt de Street Rod nogal braafjes. So be it. Dan maar gas geven en … even zoeken waar je je voeten kwijt moet.

Ergonomie

Zoals de Harley traditie het dicteert, is het ook op de Street Rod haast onmogelijk om Lees verder