“Een motoropleiding? Kerel, ik heb mijn rijbewijs al 15 jaar. Ik kan ondertussen wel motorrijden hè!” Als ik dat hoor, dan krab ik altijd ‘s in mijn haar. Volgens mij kan je je als motorrijder altijd nog verbeteren. Als je Rossi achter je laat, dan mag je van mij best beweren dat je een stukje kan rijden, maar eerder? Trouwens, al die motorhelden, die blijven ook gewoon trainen, niet?
Daarom probeer ik ieder jaar wel ergens een motortraining mee te pikken. Om de rijtechniek op te frissen en te achterhalen waar mijn belangrijkste verbeterpunten zitten. In 2019 en 2020 volgde ik drie offroadtrainingen, hoog tijd om nog ‘s een training op verhard te volgen.
Samen met Jan F en Shih koos ik voor de Advanced motortraining van Ready to Ride. Da’s hun “basistraining”. Omdat onze vorige training alweer even geleden was (voor Shih was het zelfs z’n eerste wegopleiding sinds het behalen van zijn rijbewijs) wilden we de lat niet onmiddellijk te hoog leggen.
Ready to Ride, da’s een initiatief van de Vlaamse Stichting Verkeerskunde. Je weet wel, die mannen die onder meer campagnes rond verkeersveiligheid op touw zetten, en elk voorjaar de Dag van de Motorrijder organiseren zodat je na je winterstop even je motortechniek kan afstoffen. De Ready to Ride opleidingen organiseren ze samen met een aantal motorrijopleidingscentra, verspreid over heel Vlaanderen.
Wij dus op een zonnige zondag op training. Instructeur Marc verwelkomde ons om 9 uur met koffie en koffiekoeken, waarbij hij polste naar ons verleden als motorrijder en onze verwachtingen van deze training.
Daarna gingen we snel over naar het theoretische deel. Zoals bij elke motortraining die ik al volgde speelde de heilige drievuldigheid ook hier weer de hoofdrol: tractie, kijktechniek en zithouding. Marc wist dit zeer helder uit te leggen, met tal van vergelijkingen om de theorie zo begrijpelijk mogelijk te maken. Bechamelsaus, konijnen, kippen, “one process”, het krukje van de boer met drie poten … Als lezer snap je er waarschijnlijk niks van, maar na een dagje training, klinkt het allemaal perfect logisch.
Aansluitend hierop volgde nog een luik over veiligheid op de weg en toen was het tijd om die brok theorie om te zetten in de praktijk. Hiervoor stond op een groot terrein een massa kegeltjes verspreid. En de zonnige dag werd al snel een zweetdag.
Eerste oefening waar ik het warm van kreeg: slalommen tussen kegels. Ja, dat heb je ook moeten doen om je motorrijbewijs te halen. Hier werd gekeken naar de verschillende technieken die je kan toepassen: je motor rechthouden en puur op stuuruitslag rond de kegeltjes draaien, of de motor kantelen en met je lijf het tegengewicht vormen. En dat allemaal zeer traag. Klinkt misschien easy, maar voor ons alledrie was het toch weer even wennen. Want dit soort dingen oefen je niet elke dag. Het spel met koppeling, gas en rem dat je normaal blindelings doet, ga je hier heel juist en verfijnd moeten toepassen. Ik merkte voor mezelf dat ik te zenuwachtig met de koppeling speel, in plaats van ze rustig te bedienen en mijn snelheid te bepalen met de achterrem. Ook achtjes draaien, een slakkenrace (wedstrijdje zo traag mogelijk rijden), een grotere slalom en over een balk rijden stonden in de voormiddag op het programma.
Marc besteedde er steeds veel aandacht aan dat we alle techniek juist bleven uitvoeren, legde uit waar we dingen verkeerd deden en waarom het anders moest. Zoals bij het achtjes draaien: typisch is dat je naar de kegels kijkt, maar je draait veel stabieler en makkelijker als je op ooghoogte kijkt, dan omlaag naar een kegel.
De ene draaide de achtjes al vlotter dan de ander, terwijl die ander dan weer iedereen aftroefde met de slakkenrace. En als we het alledrie te vlot deden, wist Marc de oefening zo aan te passen dat het toch weer een uitdaging werd. Of we mochten een oefening van de Master training proberen, zoals een rondje met de ketting. Dus nat in het zweet stonden we allemaal.
Intussen was het 1 uur. We lunchten aan het oefenterrein en hielden het kort, want Marc serveerde als dessert een nieuwe plak theorie: remtechniek, meer bepaald de noodstop. Hoe je dat precies aanpakt, en in welke volgorde je elk element van dit manoeuvre moet uitvoeren.
De invloed van je snelheid op een noodstop hadden we al in de voormiddag gezien: je remafstand neemt exponentieel toe met je snelheid. Dus als je dacht dat de remafstand aan 100 km/u het dubbele is van de remafstand aan 50 km/u, dan ben je mis. Dat legde Marc al uit tijdens de theorie, en toonde hij ook in de praktijk met noodstops aan 30, 50, 60 en 70 km/u.
Bovendien moet je “in normale omstandigheden” bij die remafstand ook de reactieafstand rekenen. Want je moet eerst nog doorhebben dat je een noodstop moet uitvoeren. Stel dat je reactietijd 1 seconde is. De afstand die je aflegt in die ene seconde is uiteraard kleiner aan 50 dan aan 100 km/u.
Daarna was het aan ons. Eerst nog even in het koppeke overlopen waar je op moet letten en dan de eerste poging aan 30 km/u. Bij mij zat het direct redelijk goed, hoewel ik ontdekte dat ik de reflex heb om met twee vingers te remmen. Terwijl je met vier vingers meer gevoel hebt, en dus verfijnder progressief kan remmen. Offroadtechniek die blijkbaar een automatisme is geworden. Had ik nog nooit bij stilgestaan. Mijn kijktechniek zat gelukkig wel snor. Daarna ging het stapsgewijs sneller tot 70 km/u. En dan kijk je achterom en sta je versteld van die lap remafstand die je nodig hebt. Zonder je reactieafstand mee te rekenen! Voor ons alledrie was dit een echte eye-opener.
Laatste onderdeel: de weg. Een voor een reden we elk 20 minuten op kop, Marc steeds als tweede man. Bij elke wissel hielden we even halt en overliepen we samen wat ons opgevallen was. Fijn om ‘s te horen wat een ander van je rijstijl denkt, want zelf sta je niet constant stil bij bijvoorbeeld je positie op de weg, je rijlijnen, of hoe je op bepaalde zaken anticipeert.
Marc wist doorheen de hele dag fijne praktische tips mee te geven, waarvan ik mijn favoriet graag meegeef, want ik maak er me zelf schuldig aan. Als je vaak eerst afremt op de motor, en pas heel laat je rem gebruikt, denk dan ‘s aan de weggebruikers achter je. Een automobilist ziet vaak moeilijk dat jij al aan het vertragen bent. Dus rem gerust af op de motor, maar raak ook heel lichtjes je achterrem aan. Zo ziet je achterligger wat je aan het doen bent.
We sloten de dag af met een korte evaluatie. We hadden het alledrie zo slecht nog niet gedaan (yay!) en zouden de Master training kunnen volgen. Daar gaat de moeilijkheidsgraad nog een paar streepjes omhoog (net als de zweetmeter waarschijnlijk).
Besluit
We vonden het een zeer geslaagde dag. Shih was het meest enthousiast, waarschijnlijk omdat het zijn eerste training was en hij zich na deze dag een pak zekerder voelde op de motor. Meest interessante oefening vonden we alledrie de noodstop, vooral omdat het je doet beseffen hoeveel verschil een paar km/u heeft op je remafstand, en dat het in bepaalde situaties een enorm verschil kan maken. Zeer confronterend. De begeleiding was uitstekend: de theorie werd tof en begrijpelijk gebracht, de oefeningen duidelijk uitgelegd en op maat aangepast waar nodig.
Praktisch
Een training kost 99 euro, inclusief ontbijt en lunch, en duurt een volledige dag.
Maximaal 5 deelnemers per instructeur.
Vanaf een groepje van 3 kan je zelf kijken voor een datum.
Alle data en meer info over de Ready to Ride motortrainingen vind je hier.