Dag 7 – Vrijdag 23 september – De sneeuw in
De laatste dag offroad vandaag en het groepje Alpenridders slankt af. Vier deelnemers keren vanmorgen al huiswaarts. Frederik heeft intussen genoeg Alpiaans asfalt gezien, Ivo vindt dat hij genoeg de waaghals heeft uitgehangen, Luc is voldaan en Bram blijft wat vaag.
Het uitgedunde groepje trekt naar de hoogst berijdbare Alpenpas. Dat klinkt verdacht weinig als “rustig uitbolritje om de reis af te sluiten”.
Na een stuk asfalt duiken we een bos in. Beetje modderachtig. Na de veelal stoffige dagen hiervoor brengt dit wat afwisseling. En doordat we met minder zijn, ligt het tempo ook duidelijk hoger.
Eens boven de boomgrens veranderen de boswegen in lange grindpaden waardoor het tempo nog meer omhoog gaat. Besneeuwde bergtoppen duiken rondom ons op.
Plots, een waterpartij. We kunnen erlangs door, maar waarom zouden we? Vanuit de juiste hoek lijkt het een spectaculaire rivierdoorwading. Gewoon even het pad uit het beeld kadreren.
Daarna wordt het pad uitdagender. De hoeveelheid stenen neemt toe, net als hun omvang. Hier en daar een venijnig scherpe bocht vol met die ondingen. En maar focussen op kijktechniek. Ver kijken, waar je naartoe wil. Wat niet vanzelfsprekend is als elke steen voor je neus “KIJK NAAR MIJ! KIJK NAAR MIJ!” ligt te roepen.
We werken ons in het zweet. De top nadert en de stenen op ons pad verdwijnen. Een natte aardeweg in de plaats. En dan zijn we er plots. In de sneeuw.
Tijdens de klim merkte ik dat zo’n ruw stenenpad makkelijker te verteren is als je het tempo iets optrekt. Traag rijden zorgt ervoor dat je voorwiel zich een weg gaat zoeken tussen de stenen, wat meer beweging in het stuur veroorzaakt. Iets sneller en je vliegt er als het ware over. Maar als je achter een tragere rijder zit, is even inhalen niet altijd vanzelfsprekend op zo’n smal bergbaantje.
Karel had dezelfde ervaring, dus we zorgen ervoor dat we bij de start van de afdaling vlak achter Bart en Maja zitten. Tempo erin, korte metten met die stenen. Gaat lekker.
We houden halt bij een berghut (letterlijk in the middle of nowhere), waar ze verbazingwekkend genoeg te bikken op tafel zetten. Stevig bord pasta met notensaus, geweldig uitzicht. We hebben niks te klagen. Behalve dan dat zo’n zeiker in je beeld komt staan.
Rond 16 uur arriveren we terug op de camping. Nog even gestopt onderweg om de bandendruk terug op asfaltnormen te zetten: 2,0 bar voor en 2,2 bar achter.
De rit naar de sneeuw was een mooie afsluiter, maar het was ook de drukste rit: geen enkele andere dag kwamen we zoveel andere motards tegen. Meestal kwamen we amper iemand tegen.
En dat was het dan, toch wat het offroaddeel betreft. Morgenvroeg mag iedereen op eigen houtje naar huis. Johann, Karel en Bart VM besluiten vandaag nog een paar uurtjes kilometers te malen en vertrekken al.
Al die vertrekkende Alpenridders, dat heeft een voordeel: in de chalets komt plaats vrij. Max en Piet nodigen Jan, Tony en mezelf uit in hun chalet. Er zijn 3 slaapplekken vrij, en dat komt goed uit. Zo kunnen we alles vanavond al inpakken en zitten we morgenochtend niet met een vochtige tent. Heel wat tijdswinst bij vertrek.
Bart en Maja regelen een kloefer van een driegangenmenu als laatste diner. Jup, opnieuw in de kantine van de camping. Plannen voor morgen worden beraamd. Welke route nemen we naar huis?
Max blijft nog een paar dagen in Italië, Piet wil volledig binnendoor terug in een dag of 5, Tony gaat z’n ouders in Duitsland bezoeken.
Jan en ik bekijken Tony z’n route en beslissen het eerste deel aan te haken. Morgen vooral veel binnenwegen, zondag de snelste weg naar huis.
Voor het slapengaan check ik de boordcomputer van de Tiger: tijdens onze offroaddagen heb ik 493 km afgelegd (een kleine 100 km per dag dus) en de gemiddelde snelheid lag op 30,5 km/u.
Dag 8 – Zaterdag 24 september – Binnendoor
Om 8u30 hebben Tony, Jan en ik ontbeten, de laatste dingen op onze motor vastgemaakt, het oliepeil nog even gecontroleerd (en bijgevuld in het geval van Tony en mezelf) … off we go!
Zo snel mogelijk tot Aosta en dan van de autostrade af. De Grote Sint-Bernardpas staat op het menu. Geweldige strook asfalt die ruime bochten afwisselt met korte draaiers.
We duiken Zwitserland in en zetten koers richting Grimselpas. Opnieuw smullen geblazen van de afwisseling aan bochten en de heerlijke omgeving.
In de late namiddag houden we halt in Innertkirchen voor een laatste drankstop met ons drie. Blijkbaar verpatst een bedrijf dat in Vlaanderen bekend staat om z’n medische apparatuur, in Zwitserland frisdrank.
Daarna scheiden onze wegen. Tony zet koers naar Duitsland, Jan en ik naar Frankrijk. We beslissen vanavond een hotel te nemen. Dan kunnen we vanavond langer doorrijden en verliezen we morgenochtend geen tijd met het inpakken van tenten en ander gedoe. Rond 20u30 – in Straatsburg – is onze kaars uit. Nog snel wat tankstationkost inslaan en dan crashen in een Ibis-hotel.
Dag 9 – Zondag 25 september – De laatste km’s
Om 7u45 starten Jan en ik opnieuw onze motoren. De autostrade op en gaaaaaas. Kilometers malen. In België gaat Jan richting Gent, ik richting Limburg. Om 13 uur parkeer ik de Tiger in de garage (de review van de Tiger vind je hier). Totaal aantal km’s tijdens deze trip: 2918.
Thuis!
Besluit
Ik heb enorm genoten van deze Adventuretrip van Endurofun. Dingen gedaan met de motor die ik nooit had gedacht die ik zou kunnen of durven. Prachtige landschappen gezien. Op plaatsen geweest waar je normaal niet zomaar komt. Een toffe bende leren kennen waarmee ik hoop nog ’s een ritje te gaan maken.
Is deze reis voor iedereen? Dat zou ik niet zeggen. Uiteraard heb je een allroadmotor nodig en moet je bij Endurofun op offroadcursus. Maar da’s niet alles. Je hebt ook de juiste ingesteldheid nodig. Je moet bereid zijn buiten je comfortzone te treden, je grenzen te verleggen. Zeker als dit je eerste allroadreis is.
Ook een portie geloof in je eigen kunnen helpt. Ik denk dat het sommige Alpenridders daaraan ontbrak en dat ze daardoor vroeger afhaakten. Je kan soms meer dan je denkt. En als je graag op je eigen tempo rijdt, kan dat. Ben had er echt geen probleem mee om rode lantaarn te spelen en rustig de verloren schaapjes op te vangen.
Sta je wel open voor een beetje avontuur en kicks, dan kan je tijdens deze reis enorm veel offroadtechniek bijleren. Ongelooflijk hoe groot het verschil tussen de eerste dag en de laatste dag is. De laatste offroaddag hadden we het daarover: als we die route de eerste dag hadden gedaan, was waarschijnlijk niemand aan de tweede dag willen beginnen.
De prijs dan. Met 999 euro is dit niet bepaald een budgetreisje. En je moet nog zelf benzine, péage, een Zwitsers wegenvignet en je terugreis bekostigen. Dat ging bij mij over 410 euro. Als je kampeeruitrusting beperkt is, moet je ook daarin nog investeren. En dan is er nog je motor, die je misschien extra wil prepareren voor soms redelijk pittig offroadwerk. Endurofun zegt dat gewone banden volstaan maar dat noppenbanden het makkelijker zullen maken. Ik zeg: ze maken het veeeeeel makkelijker. Endurofun raadt een carterplaat aan. Ik zeg: je bent goed gek als je zonder carterplaat deze Alpentrip meerijdt.
Kan je deze reis alleen maken? Misschien. Als je tijd voor het voorbereidingswerk (en de goesting), als je de juiste routes weet te vinden, en als je geen schrik hebt om in the middle of nowhere in panne te vallen of een verwonding op te lopen (en dus jezelf weet te behelpen).
Want geheel zonder risico is deze trip niet. Hier en daar zitten best gevaarlijke passages. Al hangt de grootte van de risicofactor voor een flink deel van jezelf af. Heb je weinig offroadtechniek in huis en beslis je goed door te gassen op een stenig pad langs een steile afgrond? Daar schuilt vanzelfsprekend meer gevaar in dan wanneer je het tempo lager en gecontroleerd houdt en je meer techniek hebt. Trouwens, een dagje circuit of elke dag filefilteren is ook niet zonder gevaar.
Natuurlijk is dit een groepsreis en dat kan altijd betekenen dat het niet klikt met je reisleider, dat je het menu maar niks vindt of dat je overhoop ligt met een ambetante medereiziger. Dat viel in dit geval erg goed mee. Bart zei vooraf dat dit een reis was die nog in z’n plooi moest vallen, gezien dit de eerste editie was. Dat was af en toe te merken. Soms bleek zelf koken of ontbijt gaan halen niet het beste plan bijvoorbeeld. Vandaar dat we naar het einde van de reis toe steeds in de campingkantine zaten.
Ook Barts educatieve methode ligt soms wat gevoelig. Zeker in het begin durfde hij een beetje te forceren om de gewaagdere dingen toch te doen (denk maar aan de steenlawinepassage). Niet iedereen vond dat leuk, maar langs de andere kant is er soms geen andere manier om nieuwe dingen bij te leren. Af en toe heb je gewoon net dat zetje in de rug nodig. Blij dus dat ik dat zetje toch kreeg (al was het op het moment zelf rijden met de billen dicht). Anders had ik nooit zoveel bijgeleerd.
Langs de andere kant heeft Bart iets van “laat maar doen”. Als je een dag niet meewil, liever in een chalet slaapt i.p.v. een tent, of vroeger naar huis wil, hij maakt er weinig van. Alleen moet je tegen een paar steken kunnen.
Zijn er nog bepaalde wensen tijdens de reis? Dan hoef je het maar te zeggen. Wat weinig fruit op tafel? De volgende dag komt Maja af met een doos vol bananen en een zak druiven.
En zo zitten we aan het einde van dit driedelige verslag en komt de vraag: zou je deze reis opnieuw doen? Zonder een seconde na te denken: een volmondige “ja, onmiddellijk!” Da’s duidelijk genoeg zeker?
Nog meer foto’s? Bekijk de fotoset van Endurofun.
Graag ook bewegende beelden? Bekijk de aftermovies.
Beeldmateriaal: Jan F., Bart VM, Endurofun en Jean Le Motard.
Met dank aan Endurofun, Triumph, Decathlon en mijn vrouw.
Pingback: Verslag: Endurofun Adventuretrip Alpen 2016 (deel 2) | Jean Le Motard
Het endurofun leven zoals het is… prachtig!