De Ducati Monster is een icoon. In 1993 brachten de Italianen de eerste Monster op de markt en sindsdien kwamen heel wat verschillende Monsters uit. De nieuwste in het rijtje is de Monster 821. Die nestelt zich tussen de 796 en de 1200, en kreeg de 821 cc motor van de Hypermotard ingelepeld.
Monsterlijke looks
De Monster is waarschijnlijk de naked bike met de meest instant likeable look, en dat al jàren. Ronde koplamp, typische buizenframe, compacte gestalte. De 821 sluit mooi aan bij deze typische Monster-kenmerken. Klinkt misschien niet spannend, maar wie een Monster koopt, wil gewoon de klassieke Monster-look.
De 821 heeft z’n dubbele uitlaat laag gemonteerd, ledlampjes in de koplamp (wat we ook bij de Ducati Scrambler zullen zien) en een volledig digitaal dashboard.
Ik kreeg een matzwarte 821, officieel de 821 Dark genaamd. Persoonlijk vind ik dat de minst mooie kleur. In het rood of wit komt zijn typische design er veel sprekender uit. Maar je betaalt er ook voor. De 821 Dark kost 10.220 euro, terwijl je voor een witte of rode 500 euro meer neertelt. Je krijgt er dan wel een zadelkapje bij, hoewel ik dat niet per se als een pluspunt zou zien.
Dat Ducati wel eens als duur wordt beschouwd, counterde Maarten van Ducati Zaltbommel met de onderhoudsintervallen. Je eerste kleine onderhoud is nodig op 15.000 km, de eerste grote beurt pas op 30.000 km. Niet mis.
Mijn eerste wheelie
Met zijn 112 pk sterke 821 cc vloeistofgekoelde tweecilinder zet deze Monster straffe prestaties neer. Accelereren gaat hard. Erg hard. In die mate zelfs dat mijn eerste wheelie een feit is. Een ongewilde wheelie. Flinke ruk aan het gas en daar kwam het voorwiel omhoog. Dat was verschieten.
De 821 trekt niet alleen vanuit stilstand stevig door, hij kan zowat in alle toerentallen goed uit de voeten. Enkel in te lage toerentallen vertoeft hij niet graag. Een stapvoetse bocht in tweede, of 80 km/u in zesde en je hoort ‘m tegenpruttelen.
Scheuren door de bochten doet hij daarentegen heel erg graag. Hij laat zich zeer precies sturen en mooi leggen. Het stuur voelt naar mijn gevoel iets te licht aan, maar da’s wellicht persoonlijk.
De remmen dan. De eerste aanraking is erg bijterig en resulteert vaak in een voorwaartse duik, maar daarna gedragen de dubbele Brembo’s vooraan zich minder als twee katten die je best niet zonder handschoenen aanpakt.
Agressieve sound
Als je om 7 uur ’s ochtends je Monster wakker maakt, zijn meteen ook de buren wakker. De 821 heeft niet het subtielste geluid. Stationair staat hij luid te brabbelen en gorgelen, op het agressieve af.
Boven de 4000 toeren moet hij wat aan roffelende knalsound inboeten, maar bij acceleraties doet hij wel steeds flink van vroem. Laat je het gas los, dan word je vaak op geweldige plofjes getrakteerd. Smullen.
Z’n luide sound zal niet elke motorrijder bekoren, je moet ervan houden. En je zal er wellicht weinig vriendjes mee maken bij niet-motards met gevoelige oortjes.
Doordacht beestje …
Al dat geweld deftig op het asfalt overbrengen, lukt dat een beetje? Jawel, en verbazend goed zelfs. Standaard is de Monster 821 uitgerust met ABS en DTC (Ducati Traction Control). In drie rijmodi zorgen die ervoor dat het monster te temmen valt.
In de Sport rijmodus staan de ABS en tractiecontrole het minst gevoelig ingesteld. Je merkt dat de gasrespons in deze modus het meest direct is. De kleinste draai aan het gas en het lijkt alsof de Monster direct voluit wil accelereren.
Aan de andere kant van het spectrum zit de Urban rijmodus. ABS en tractiecontrole grijpen in deze rijmodus het snelst in, gasrespons en acceleratie zijn relaxter. Bovendien wordt de 112 pk dichtgeknepen tot 75. Handig in druk stadsverkeer – de Sport modus is dan niet ideaal – en ook in flinke regenbuien bewijst deze rijmodus zijn nut.
Tussen Sport en Urban zit de Touring rijmodus. Gemiddeld ingestelde ABS en tractiecontrole, de volle 112 paarden ter beschikking.
Daarnaast kan je de gevoeligheid van de ABS en tractiecontrole in elke rijmodus naar wens aanpassen.
Tijdens mijn testweek bewezen deze rijmodi alvast hun nut. In eerste instantie denk je misschien “Heb ik dit wel nodig?”, maar je voelt het verschil tussen de rijmodi en switcht daarom vlotjes naar gelang je rijsituatie. Hoewel ik ABS noch tractiecontrole nooit zover heb gekregen dat ze moesten ingrijpen.
De Ducati Monster 821 is nog op meer vlakken een doordacht beestje. Zo biedt het dashboard veel info, zoals buitentemperatuur, olietemperatuur, gemiddeld en huidig verbruik, gemiddelde snelheid en twee dagtellers.
En dan is er nog het zitje, in de hoogte instelbaar. Op z’n hoogst kwam ik moeiteloos met beide voeten volledig op de grond, dus ook voor de kleinere medemens is de 821 een optie.
… toch laat hij enkele steekjes vallen
Helaas scoort de Monster hier en daar wat minder.
– Met 6 versnellingen zou op de moderne display een versnellingsindicator handig zijn, en een benzinemeter hadden ze er ook nog mogen bij doen.
– Z’n grote draaicirkel zorgt bij klein bochtenwerk voor ongewilde voetjes aan de grond. Je zit sneller met je stuur tegen de dikke tank dan je wilt.
– Niet gek opkijken als je met een besmeurde rug van je Monster stapt. Oké, er is de nummerplaathouder die tegelijk Chinese vrijwilliger is om de rol van spatbord te spelen. Maar doordat er een spleet in zit, houdt hij niet alle opspattingen onder de duim.
– Het grootste minpunt zijn echter de voetsteunen. Meer bepaald aan de rechterkant. Door de uitlaat die vlak achter je voet omhoog komt, kan je moeilijk de punt van je schoen op de voetsteun zetten. Het is zoeken en dan uiteindelijk de minste slechte positie kiezen. Jammer dat er niet harder werd doorgedacht op een sportieve zithouding, voor een toch wel sportieve motor.
Spartaans
Niet alleen die voetsteunen maken de Ducati Monster 821 tot een redelijk spartaanse tweewieler. Na een uurtje rijden beginnen je rug en armen op te spelen, zelfs al zit je eigenlijk vrij recht op deze motor. Natuurlijk heb je veel wind gevangen (je zit op een naked per slot van rekening), maar de 821 heeft je ook veel schokken geserveerd. Oneffenheden in het wegdek zul je moeten slikken en een ouwe Vlaamse dedoek-dedoek-dedoek-betonbaan is gewoon geen pretje.
Samengevat
De Ducati Monster 821 is een beetje als een heftige rollercoaster. Adrenalinekick, kriebels in de buik, maar ook een zere nek of blauwe plek als je niet goed oppast. Niet dat dat laatste op de Monster snel zal gebeuren, maar hij maakt z’n naam toch wel waar. Hoewel je ‘m – met dank aan de rijmodi – ook goed in toom kan houden.
De 821 is een motor waarvan je moet houden. Z’n agressieve karakter, brute power en dito sound zijn niet voor iedereen weggelegd. Hij gaat graag hard. Altijd. Wie dus niet de easy rider wil uithangen en zijn motorplezier graag grof lust, kan aan deze Monster veel fun beleven.
Pluspunten
+ Typische Monster-looks
+ Monsterlijke sound
+ Rijmodi die hun nut bewijzen
+ Veel power die toch te doseren valt
Minpunten
– Rechter voetsteun is een ergonomische misser
– Draaicirkel maakt kleine manoeuvres moeilijk
– Brute karakter is niet voor iedereen weggelegd
– Bijbetalen voor witte of rode lak
Technische gegevens
Motor
Type: Testastretta 11° L-Twin, 4 Desmodromically actuated valves per cylinder, liquid cooled: 821cc
Bore x Stroke: 88 x 67.5mm
Compression Ratio: 12.8:1
Power: 82,4 kW (112 pk) @ 9.250 rpm
Torque: 89,4 Nm (9,1 kgm) @ 7.750 rpm
Brandstofinjectie: Electronic fuel injection system, 53mm throttle bodies with full Ride by Wire
Uitlaat: Stainless steel muffler and aluminium and cap; lightweight 2-1 system with catalytic converter with 2 lambda probes
Transmissie
Versnellingsbak: 6 speed
Primary drive: Straight cut gears, ratio 1.85:1
Ratio: 1=37/15 2=30/17 3=28/20 4=26/22 5=24/23 6=23/24
Final drive: Front sprocket 15; Rear sprocket 46
Clutch: APTC slipper and self-servo wet multiplate clutch with control cable
Chassis
Frame: Tubular steel Trellis frame attached to the cylinders head
Front suspension: Upside down 43mm forks
Front wheel: 10-spoke in light alloy 3.50″ x 17″
Front Tyre: 120/70 ZR 17 Pirelli Diablo Rosso II
Rear suspension: Progressive linkage with adjustable monoshock. Aluminium double-sided swingarm
Rear wheel: 10-spoke in light alloy 5.50″ x 17″
Rear tyre: 180/60 ZR17 Pirelli Diablo Rosso II
Front wheel travel: 130mm
Rear wheel travel: 140mm
Front brake: 2 x 320mm semi-floating discs, radially mounted Monobloc Brembo M4-32 callipers, 4-pistons, axial pump with ABS as standard
Rear brake: 245mm disc, 2-piston floating calliper with ABS as standard equipment
Instrumentation: LCD display
Maten en gewichten
Droog gewicht: 179,5kg
Nat gewicht: 205,5Kg
Zithoogte: Instelbaar 785 – 810 mm (30.9 – 31.9)
Wielbasis: 1480mm
Rake: 24,3°
Trail: 93,2mm
Brandstoftank: 17,5 l
Leuk verslag!!
Pingback: 2014 in cijfers | Jean Le Motard
Pingback: Kort getest: BMW F 800 R | Jean Le Motard
Pingback: Getest: Suzuki V-Strom 1000 Adventure | Jean Le Motard
Pingback: Test: Ducati Scramber Icon | Jean Le Motard
Pingback: Test: Ducati 959 Panigale | Jean Le Motard