Als een van je motormaten vraagt: “Gaan we volgende zomer een weekje ergens rijden?”, dan ben ik geneigd te repliceren met een andere vraag: “Waar gaan we naartoe?”. De bestemming hadden we snel gekozen: de Pyreneeën. Was ik nog niet geweest, voor bikerbuddy Shih was het zelfs zijn eerste motorreis tout court.
De plannen: Op zaterdag vertrekken, in anderhalve dag heen, vanaf zondagmiddag de Pyreneeën doorkruisen tot vrijdagavond, en dan in anderhalve dag terug. Overnachten op campings, met de tent. Tenzij het weer te slecht werd, dan zouden we eventueel ander onderdak zoeken. En dat allemaal ergens in juni.
De route: We hebben het internet uitgeplozen, Motorcycle Diaries en de MyRoute-app site afgeschuimd en op fora aanraders gevraagd. Al die info leidde tot een lijst met bergpassen, niet te missen wegen en viewpoints. Daarmee hebben we dan een route uitgestippeld.
De motoren: Shih op zijn BMW R nineT Urban G/S, ikzelf op een Moto Guzzi V85 TT (het testverslag van de Guzzi vind je hier).
Dag 1, zaterdag 8 juni
Start: 7u00, Limburg (België)
Finish: 17u45, Le Perrier, Grâne (Frankrijk)
Afgelegde afstand: 862 km
Rijtijd: 8u37
Gemiddelde snelheid: 100 km/u
Dag 1 beloofde boring te worden: autostrade-asfalt vreten tot een heel eind in Frankrijk. Om 7 uur vertrok ik thuis. 11° en een frisse wind: ik had het koud. Eerste halte: een very chilly snelwegparking net voor Luxemburg. Meetingpoint van waar Shih en ik samen zouden verder rijden.
Ik arriveerde als eerste op de afspraakplek, even later hield – een eveneens kouwelijke – Shih halt en konden we verder naar onze eerste file van de dag: aan een Luxemburgs tankstation.
Daarna: saaie autostrade met wat snelle tankstops. M’n Guzzi had de grootste tank, dus dicteerde Shih z’n Urban G/S onze pitstops: om de twee uur vlug de tank volgooien, de blaas legen, beentjes strekken, dorst lessen, iets knabbelen.
Pas een heel eind in Frankrijk maakte het grijze wolkendek plaats voor een stralend blauwe hemel en begon de temperatuur langzaam recht te krabbelen. Tijdens een stop vlak voor Valence moesten zelfs een paar laagjes uit, het kwik was intussen tot 25° gestegen. Op dat moment was ons einddoel voor die dag al in zicht.
Na enkele filefilterkilometers – het goede voorbeeld volgend van een Frans duo Ducatisti – konden we de autostrade af, naar onze eerste slaapplek. We hadden voor de eerste nacht een gîte geregeld, dat leek ons handig om de volgende dag tijdig en zonder te veel inpakgedoe te kunnen vertrekken.
Vlak voor de finish kregen we nog een onverwacht stukje offroad voor de kiezen. Niet al te moeilijke grindweggetjes maar met al die bagage best spannend. Want met deze motoren hadden we beide nog nooit bepakt offroad gereden. Gelukkig had Shih een GoPro mee om die heldendaden te vereeuwigen voor de mensheid:
We werden hartelijk verwelkomd door Nico en Coby van Le Perrier, een mooie (en mooi gelegen) gîte mét zwembad. Plons, daar gingen we. Het water was erg fris, bleek na een blik in onze zwembroek. Nog even iets gaan eten, verderop bij Le Distaise (Aanrader! En op wandelafstand) en dan onder de wol.
Prijs voor een tweepersoonskamer inclusief ontbijt in Le Perrier: 75 euro.
Dag 2, zondag 9 juni
Start: 9u, Le Perrier, Grâne (Frankrijk)
Finish: 17u, Camping El Berguedà, Guardiola de Berguedà (Spanje)
Afgelegde afstand: 487 km
Gemiddelde snelheid: 86 km/u
Rijtijd: 5u38
Onder de wielen: Col de la Seille, Col d’Ares, N-260, GI-401, Coll de Merolla, GI-402, B-402
Bekijk de route op Google Maps (in het blauw). Download ze via MyRoute-app.
Na een niet zo rustige nacht (merci, snurkende Shih) en een smakelijk ontbijt inclusief leuke babbel met Nico en Coby vertrokken we in de miezerregen. In het zuiden leek de hemel op te klaren en gelukkig moesten we die kant uit.
Eerst een klein stukje offroad vanaf de gîte en dan een heel eind autosnelweg. Gelukkig werd het landschap duidelijk mediterraans en het vakantiegevoel stak de kop op. Zelfs vanop de autostrade kregen we soms heerlijke uitzichten. Tegelijk kroop het kwik ruim boven de 20°. En het was nog maar 11 uur!
Tijdens een tankstop ontmoetten we praatgrage Peter Smith uit de UK. Een rakker van 71 die nog steeds twee keer per jaar met de motor naar Frankrijk komt. En niet zomaar een motor, hij reed op deze Moto Guzzi 1200 Sport:
Vlak voor de Spaanse grens gingen we de autostrade af en begon het echte werk. Eindelijk! Bochtjes pakken!
Op Frans grondgebied nog niet veel spectaculairs maar in Spanje dook de N-260 voor onze wielen op. De reep asfalt die zowat iedereen ons aanbeval. Tijdens het plannen van deze trip werd ons echter een zijsprong gesuggereerd die er ook de moeite uitzag.
Dat bleek een uitstekende suggestie. De GI-401 en de GI-402 wisselden snelle bochten en scherpe kronkels mooi met mekaar af op een vrij smalle tweebaansweg met amper ander verkeer. We zaten veel tussen het groen dus weidse uitzichten ontbraken maar het zalige asfalt maakte dat volledig goed. Opletten met die enkele tegenliggers: ze sneden soms hun bochten kort af.
Als dit het niveau aangaf van wat ons de komende week te wachten stond, dan werd deze reis een toppertje. Bedankt voor de tip, E.M.!
In Guardiola de Berguedà reden we Camping El Berguedà op. Mooie, ruime plaatsen, proper sanitair, meer moet dat niet zijn. De bar bleek gesloten (laagseizoen?) en pas achteraf ontdekte ik dat er een zwembad was. 22,60 euro voor een plaats met 2 personen, 2 tentjes en 2 motoren.
Dag 3, maandag 10 juni
Start: 9u, Camping El Berguedà, Guardiola de Berguedà (Spanje)
Finish: 18u, Camping Peña Montañesa, Labuerda-Ainsa (Spanje)
Afgelegde afstand: 363 km
Rijtijd: 6u20
Gemiddelde snelheid: 57 km/u
Onder de wielen: B-400, C-563, Coll de Josa, C-462, Coll de Port, LV-4241, L-401, L-511, Coll de Boixols, Coll de Faidella, C-1311, Coll de Montllobar, N-260
Bekijk de route op Google Maps (in het groen). Download ze via MyRoute-app.
Vandaag begon met de tent inpakken in de regen. Gelukkig hadden we een plek half onder de bomen en lukte het om vrij droog onze spullen te laden.
Toen we vertrokken brak even de zon door maar nog geen uur later staken dreigende wolken op en voor we het wisten knalden de hagelbollen uit de lucht, op de Coll de Josa.
Zo snel als de stortbui opstak, zo snel was ze verdwenen en ging het via de Coll de Port naar het eerste hoogtepunt van de dag aan: het Llosa del Cavall reservoir.
Dit reservoir wordt gevormd door de Cardener-rivier en een gigantische stuwdam. Ronduit indrukwekkend.
We bogen iets verder het binnenland in en keerden daarna terug noordwaarts over de LV-4241. Verbluffende vergezichten, afwisselende landschappen, variaties in rotsformaties: het decor was eersteklas. Uiteindelijk kwamen we weer in meer bergachtige omgeving.
Ook het asfalt was van topniveau. Vooral snelle bochten over perfect tarmac.
Via de Coll de Boixols en de Coll de Montllobar ging het naar Escales-stuwmeer: indrukwekkend bouwwerk tegen bijzondere rotsrichels.
Even verderop, op de N-260, het andere hoogtepunt van de dag: de Congosto de Ventamillo. Hier slingert de smalle weg mee met de Esera-rivier, in een diepe kloof tussen metershoge rechte rotsen. Een O ontglipte m’n lippen, gevolgd door een M en een G.
Het laatste stuk N-260 was saai, een iets mindere afsluiter voor een dag die verder vooral gevuld was met “ziet daar!”, “amai wat een uitzicht!”, “fok maat!” en veel “yeehaa!”.
Camping Peña Montañesa heette ons welkom, na deze lange en behoorlijk vermoeiende rijdag: plaats zat, maar het was uiteraard nog niet het hoogseizoen. Duidelijk afgezoomde plaatsen, proper sanitair en bovendien binnen- én buitenzwembad, inclusief bubbelbad, en een (open!) restaurant met lekker eten. Prijs voor een plek voor 2 personen, 2 tenten en 2 motoren: 30,40 euro. Duurste camping van de trip, maar we kregen wel een gratis fles wijn. Meer bepaald: een gratis fles niet te zuipen wijn. Mierda!
Hun telefooncellen kregen een originele herbestemming:
Dag 4, dinsdag 11 juni
Start: 8u15, Camping Peña Montañesa, Labuerda-Ainsa (Spanje)
Finish: 16u45, Camping Ixtila, Larrau (Frankrijk)
Afgelegde afstand: 255 km
Rijtijd: 5u10
Gemiddelde snelheid: 49 km/u
Gepland (maar niet volledig gereden): HU-631, N-260, Col du Pourtalet, D934, D294, Col du Porteigt, Col de Marie Blanque, D24, Col d’Ichère, D341, Col de Lié, D132, Col de Labays, Col de la Pierre St Martin, NA-137, NA-140, NA-2011, Port de Larrau, D26
Bekijk de route op Google Maps (in het geel). Download ze via MyRoute-app.
Dag 4 liep nogal anders dan gepland. Het begon – opnieuw! – met opstaan in de regen. Deze keer bood het gebladerte niet voldoende bescherming. Geen rustig ontbijt dus maar alles zo snel mogelijk inpakken en de baan op.
We startten met de HU-631 en een kleine detour via Buerba over een naamloze weg die er op Google Street View veelbelovend uitzag.
Zeer sterke opener van de dag was dit. Niet vanwege het asfalt (smal en in slechte staat), wel vanwege de uitzichten.
Ook al motregende het nog steeds en verhulden mist en wolken een groot deel van het decor, dit was smullen.
Wat verder rolde de N-260 zich voor ons uit en ook dat was smullen, deze keer vooral vanwege het asfalt: van goeie kwaliteit, breed genoeg en fantastisch vlot te sturen. Dat deze baan zo vaak wordt aanbevolen, is niet voor niks.
Dat vertaalde zich ook in de drukte: waar we vóór de N-260 hoogstens een paar auto’s en vooral veel geiten op de weg tegenkwamen, mochten we op de N-260 dikwijls de motorgroet doen.
In Biescas verlieten we de N-260: in het noorden riep de Col du Pourtalet ons. Hoe dichter we naderden, hoe meer de temperatuur wegzakte, maar de knappe rotspartijen deden de koude vingertjes vergeten.
Tijdens een stop vlak voor de top bleek Shih een probleem te hebben. Of beter gezegd, z’n Urban G/S: het oliepeil stond wel érg laag en even bijvullen lukte niet wegens te vast aangedraaid:
Brute kracht gebruiken leverde alleen maar meer schade op. Snel telefoontje naar de dealer: “De dichtstbijzijnde BMW garage ligt op 78 km, Préférence 64 in Lescar”. De plannen van de dag – met nog meer dan een handvol cols voor de boeg – vielen in het water maar that’s part of the game.
We reden de top van de Col du Pourtalet over, van Spanje naar Frankrijk. Hoewel het eerder een grensoversteek naar Schotland leek, zo groot was de transformatie: mist, regen en groen beklede rotsen. Valt er hier ergens whiskey te degusteren, meneer?
Zoals oorspronkelijk gepland volgden we de D934 nog een stuk en kwamen we door een diepe kloof die leek op die van de N-260 gisteren.
In Bielle weken we af van de geplande route, richting Beemer Boys. Die konden ons gelukkig vlot helpen, maar terug inpikken op de route van de dag konden we vergeten. Tenzij we veel te laat op de voorziene camping wilden aankomen, of onze volledige route zwaar zouden omgooien, was er maar één optie: rechtstreeks naar de camping en vanaf morgen opnieuw de geprepareerde plannen volgen. TomTom op kronkelroute en go!
Via de D2, D25 en D59 lieten we de dicht bewoonde wereld weer stilaan achter ons. Smalle landelijke wegen die geen spectaculaire uitzichten boden maar wel leuk reden. Toen de D59 een bos doorkruiste stond er zelfs een verbaasd kijkend hert op de weg. Uiteindelijk kwamen we op de D347 en de D26 die de Pyreneeën weer in het zicht brachten.
Dit was onze uiteindelijke route van de dag (klik hier voor groter formaat):
Op Camping Ixtila hetzelfde liedje als de rest van de dag: het ene moment zon, het volgende moment regen. Tentje opzetten met druppels op je kop: no fun.
De camping is redelijk klein en het sanitair aan de oude kant. De bar is ook doods, maar de plaatsen op zich zijn mooi, en als je de juiste plaats kiest kijk je uit op een indrukwekkend berglandschap. Prijs voor een plek met 2 personen, 2 tenten en 2 motoren: 14,34 euro.
Dag 5, woensdag 12 juni
Start: 9u25, Camping Ixtila, Larrau (Frankrijk)
Finish: 17u20, Camping le Gave d’Aspe, Urdos (Frankrijk)
Afgelegde afstand: 240 km
Rijtijd 5u09
Gemiddelde snelheid: 46 km/u
Onder de wielen: D19, Col de Curutchéta, Col d’Orgambidesca, Col Bagargiak, Col Mehatzé, Col Sensibilé, D18, D301, Col de Sourzay, Col d’Irau, Col d’Erozate, Col d’Asquéta, Col d’Arthé, D428, Col d’Orgambidé, NA-2030, NA-140, Portillo de Lazar, NA-137, NA-176, A-2605, N-330, N-330a, Col du Somport
Bekijk de route op Google Maps (in het oranje). Download ze via MyRoute-app.
Aha, een zonnig start! Een welkome afwisseling. We begonnen met de D19: fantastische vergezichten over groene bergruggen, maar minder vlotte bochten. Bovenop de Col Bagargiak verlieten we de D19 en zetten we koers naar de Col Sensibilé.
Eens we deze col over waren stond ons het eerste stukje offroad van de trip te wachten, kort langs de grens af, westwaarts, om uiteindelijk op de D18 terecht te komen.
Dat stukje onverhard was vrij easy. Vlak, af en toe een glibberig stukje modder, maar vooral soft offroad, een kilometer of 8. Door dichte bossen, dus voor de adembenemende omgeving moet je hier niet passeren.
Wat later, op de top van de Col d’Irau, weken we opnieuw van de D-weg af. Deze keer geen offroad, maar een smal baantje dat ons over Col d’Erozate zou brengen. Om de bochten van die bergpas was het ons niet echt te doen, wel om wat Google Street View ons had voorgespiegeld.
We zaten hier met overal sublieme vergezichten om ons heen. Massa’s grasgroene en beboste heuvelruggen, langs alle kanten. Koeien en schapen op de weg. Paarden die vrij rondrenden. Grote roofvogels die boven onze hoofden zweefden.
We konden hier achter elke bocht stoppen om een nieuwe fantastische uitkijk te begapen. En hoewel het asfalt soms ronduit verschrikkelijk was, maakte de omgeving dat helemaal goed. Geweldige stukje natuur dit.
Daarna gingen we de grens over, terug op Spaans grondgebied. De wegen werden beter en veel vlotter te rijden. De NA-140, NA-137 en NA-176 mag je gerust racetracks noemen en het tempo ging dan ook danig omhoog.
Het decor was aanvankelijk minder fotogeniek dan eerder die dag, maar dat veranderde vanaf de NA-176. Ook de A-2605 leverde een flinke dosis eyecandy, maar is minder fun voor de bochtenlovers.
De dag sloten we af met de Col du Somport, zeer vlot te rijden en wééral ongelofelijke uitzichten op immense, deels besneeuwde rotspartijen. Wat een dag!
Overnachten deden we op Camping le Gave d’Aspe. Mooi gelegen, maar het sanitair was behoorlijk verouderd en de douches vond ik te koud. Wel goedkoop: 12,75 euro voor een plek met 2 personen, 2 tenten en 2 motoren.
Dag 6, donderdag 13 juni
Start: 9u30, Camping le Gave d’Aspe, Urdos (Frankrijk)
Finish: 18u05, Camping Pradelongue, Moustajon (Frankrijk)
Afgelegde afstand: 264 km
Rijtijd: 5u13
Gemiddelde snelheid: 50 km/u
Onder de wielen: D294, Col de Marie Blanque, Col du Porteigt, D918, Col d’Aubisque, Col du Soulor, D921, Cirque de Gavarnie, D918, Col du Tourmalet, D113, Hourquette d’Ancizan, Col de Val-Louron-Azet, D618, Col de Peyresourde
Bekijk de route op Google Maps (in het rood). Download ze via MyRoute-app.
Verslapen deze morgen, niet echt het moment want acht cols en een cirque op het programma vandaag. Avanti dus!
Eerst de Col de Marie Blanque en de Col du Porteigt die achter mekaar liggen op de D294. De eerste top passeerden we zonder halt te houden, vanwege weinig indrukwekkend. De Col Du Porteigt was wél de moeite voor een fotomomentje. Knappe uitkijk op begroeide heuvels en wat besneeuwde toppen in de verte.
Wat ook opviel op deze twee cols: meer fietsers dan de vorige dagen, toen we er nagenoeg geen tegenkwamen. Dat aantal schoot nog verder omhoog toen we de Col d’Aubisque opreden.
Het panorama was een van de meest indrukwekkende van deze trip. Gigantische grillige rotspartijen.
De Col du Soulor bood ongeveer hetzelfde, maar net wat minder verbluffend.
Hierna zetten we koers richting Cirque de Gavarnie, niet goed wetend wat te verwachten. Zoals de rest van de dag konden we vlot doorrijden en waren de wegen meestal goed en zeker niet zo smal als soms de vorige dagen.
Toen we Gavarnie binnenreden, bleek dat de weg naar de voet van de Cirque afgesloten was: voetgangerszone. Een agent hield een oogje in het zeil. We parkeerden onze motoren en ik vroeg de agent hoe ver het wandelen was om een goed uitzicht op de Cirque te hebben. Een kwartiertje, zei hij.
En toen zagen we dat sommige auto’s en bussen wél de voetgangerszone in mochten. “We hebben twee nachten in hotel X geboekt, meneer de polies”. Hmmm.
Oké, wij aan de wandel, onder een brandende zon, door de hoofdstraat van Gavarnie die nogal als een tourist trap aandeed. Al snel bereikten we het kookpunt in onze motorpakken. Even doorbijten. Na een kwartiertje bereikten we inderdaad een uitzicht dat ongeveer de moeite was.
Langs de ene kant wilde ik nog wel meer zien, maar de hitte en de tijd (nog een flink stuk asfalt voor de boeg vandaag!) deed ons rechtsomkeer maken.
Tip: bovenstaande foto nam ik vlak naast de ingang van Camping La Bergerie. En gezien je voor een deftig bezoek aan Cirque de Gavarnie minstens een halve dag moet uittrekken, is het misschien een idee om die camping als uitvalsbasis te kiezen. Mag je meteen door die voetgangerszone rijden.
Tip 2: Meneer de agent wist me te vertellen dat het in juli en augustus over de koppen lopen is in Gavarnie. Weet dus dat je hier drukte moet trotseren in het hoogseizoen. Er liggen in de buurt nog wel meer cirques: Cirque de Troumouse en het enkel te voet bereikbare Cirque d’Estaube. Als je graag wandelt zijn er net over de grens, aan Spaanse kant ook cirques te bewonderen: Circo de Barrosa, Circo de Pineta, Circo de Cotatuero en Circo de Caballo bijvoorbeeld.
Voor de natuurliefhebber keuze in overvloed dus, maar voor ons was het: bye bye Gavarnie. Blij dat we terug op onze motoren zaten. De frisse rijwind deed deugd.
Volgende bergpas op het programma: Col du Tourmalet. Nog zo’n ronkende naam uit de Tour de France. Via de D918 een vrij lange aanloop tussen twee bergruggen door, om tot slot stevig slingerend naar de spits te stijgen (alliteratiebonuspunten!).
Het had op de een of andere manier iets Stelviaans qua uitzicht. Zeer de moeite. Maar ook hier veel wielertoeristen én veel auto’s. Drukste top van deze trip.
De Hourquette d’Ancizan was daarna een verademing. Atypisch voor deze dag: een smal, trager baantje, geen volk, koeien die op hun dooie gemakje over de weg liepen, zelfs slapende schapen (op de weg!). Eventjes weer alleen op de wereld.
Ook de Col de Val-Louron-Azet was erg rustig. Minder groen dan de Hourquette, maar spectaculairder van uitzicht. De wegkwaliteit was ook een pak lager.
Afsluiten deden we met de Col de Peysourde en zijn totaal onmemorabele top. Waarschijnlijk waren we de rest van de dag al te veel verwend.
En daarmee zat ons 100% Frans dagje erop. De banen waren misschien niet zo racebaanwaardig als aan Spaanse kant, maar de natuur was fantastisch. Iedereen die zegt dat je de Franse kant mag negeren en enkel de Spaanse kant van de Pyreneeën moet doet, sorry, maar jullie zijn allemaal fout.
Overnachten deden we op Camping Pradelongue, wat ons betreft een aanradertje. Mooie plaatsen die door hegjes en struiken worden afgeboord, schaduw als je dat wil, proper en vrij nieuw sanitair, buitenzwembad, sportterrein, speeltuigen en bovendien een grote supermarkt om de hoek. 14,40 euro betaalden we.
Dag 7, vrijdag 14 juni
Start: 8u45, Camping Pradelongue, Moustajon (Frankrijk)
Finish: 17u05, Camping Ascou La Forge, Ascou (Frankrijk)
Afgelegde afstand: 247 km
Rijtijd: 5u26
Gemiddelde snelheid: 45 km/u
Onder de wielen: Col du Portillon, N-230, Montanha deth Dossau, Port de Cabús, Col de la Botella, Coll d’Ordino, Port d’Envalira
Bekijk de route op Google Maps (in het paars). Download ze via MyRoute-app.
Voor de laatste echte Pyreneeëndag hadden we twee stukken offroad én Andorra geprogrammeerd. Eerst via de (weinig gedenkwaardige) Col du Portillon Spanje in om dan in Baquiera de C-28 te verlaten en naar de hogere skipistes te klimmen.
Tijdens die klim: misschien wel een van de mooiste panorama’s van de trip. Besneeuwde bergtoppen, voorbijdrijvende wolken, schapen, een stuwdam, haarspeldbochten, een diep gelegen dorpje, skipistes … Het lag allemaal rond ons. Helaas onmogelijk te vatten op foto.
Maar de dag draaide dus om offroad. De eerste uitdaging begon aan de voet van de Clot der Os stoeltjeslift van het Baquiera Beret skigebied. Vanop 1839 m hoogte daalden we in een ruime lus door de Val d’Aran af, om uiteindelijk via de C-147 terug uit te komen op de C-28.
We reden ruim 10 kilometer onverhard zonder een ziel te bespeuren (buiten die ene eenzame wandelaar). Niets dan bossen en groene heuvels om ons heen, niet te moeilijke grind- en bospaden. Fijn.
Daarna ging het richting de befaamde smokkelroute tussen Spanje en Andorra. Facebook-beelden van twee weken voor onze trip hadden ons doen twijfelen om deze route te nemen, want op de foto’s zagen het er erg modderig uit. Misschien niet geschikt voor onze toch niet zo offroadwaardige motoren.
We besloten het er toch op te wagen, en wat een goeie beslissing was dat! In Alins sloegen we de Carretera de Tor in die ons naar Port de Cabús zou voeren.
Aanvankelijk nog een heerlijk kronkelend, smal asfaltbaantje, dat plots overging in offroad. Niet bijzonder moeilijk, maar hoe meer we stegen hoe meer we moesten opletten met stevige stenige passages.
Onze bikes dwongen ons om de ongeveer 15 km soms aan een slakkengangetje te beklimmen.
Op de top: de grens met Andorra, en het einde van de offroadsectie, zonder veel modder te hebben gezien. Blij dat we dit mooie stuk toch hadden gedaan, want in tegenstelling tot de vorige twee stukken offroad, had de omgeving hier wél veel te bieden. Hoewel we toch vooral oog hadden voor het pad.
Andorra had daarna voor ons drie cols klaarliggen: Col de la Botella, Coll d’Ordino en Port d’Envalira. Vrij druk allemaal. Voor de mooiste uitzichten moet je bij de laatste zijn. Volgens Wikipedia is dit ook de hoogste geasfalteerde weg van de Pyreneeën: 2407 meter.
Via de Envalira reden we Frankrijk binnen en verdwenen de Pyreneeën stilaan achter ons.
Het einde van onze trip naderde. Intussen begon de zon te verbleken en toen we incheckten in Camping Ascou La Forge begon het zowaar te stortregenen.
Kregen we toch wel het voorstel om ons matje in de bar uit te rollen. “Het is toch rustig op de camping en zo hoeven jullie niet in de nattigheid jullie tent op te zetten, en morgenvroeg ook geen natte tent inpakken”. Topidee!
We betaalden 16,10 euro. De douches waren zalig warm en de bar was leuk.
Er overnachtte trouwens nog een derde man bij ons in de bar: Martin, een 23-jarige Noor die op z’n tien jaar oude fiets Europa aan het doorkruisen was, vijf maanden lang, zonder precies uitgestippelde route. Amper bagage mee, hij bleek nogal allergisch te zijn aan overbodig gewicht. Geweldige vent (volg ‘m op Instagram).
Dag 8, zaterdag 15 juni
Start: 8u50, Camping Ascou La Forge, Ascou (Frankrijk)
Finish: 23u25, Limburg (België)
Afgelegde afstand: 1.223 km
Rijtijd: 12 uur
Gemiddelde snelheid: 101 km/u
Het plan voor de terugreis was: in anderhalve dag terug. Rijden tot de late middag, dan overnachting zoeken, om de volgende dag ergens in de vroege middag thuis aan te komen.
We vertrokken onder een grijs pak wolken dat hoe langer hoe meer druppels loste. De voormiddag was nat tot erg nat, en rond de middag hadden we nood aan een flinke stop met warm eten: beetje onderkoeld geraakt en al die regen werkte nogal demotiverend.
Met een volle maag konden we er weer terug tegen. Bovendien was de regenzone overgetrokken. Parijs naderde nu met rasse schreden. In de late namiddag doorkliefden we de pokkedrukke Péripherique.
Een eindje na Parijs lasten we weer een stop in en was het tijd om knopen door te hakken. Overnachting zoeken en morgen verder rijden of zouden we de laatste 300 km vandaag nog afhaspelen? We voelden ons allebei fris genoeg om vandaag tot ons eigen bedje door te kachelen, dus beslisten we een ruime pauze te nemen, wat te eten en dan ervoor te gaan.
Zogezegd, zo gedaan. Rond 23u25 parkeerde ik de Guzzi in mijn garage. Finish van een fantastische trip bereikt.
Besluit
1. Rijden in de Pyreneeën? Machtig! Er is voor elk wat wils. Vooral veel vlotte bochten, maar als je liever smallere, rustige baantjes opzoekt, is er ook keuze zat. In de categorie “Snel door haarspeldbochten knallen” is het aanbod echter vrij mager en hebben de Alpen meer te bieden.
2. De landschappen zijn best gevarieerd. Heuvelruggen vol bossen, gigantische ruwe rotsformaties, glooiende groene weides. De weersomstandigheden kunnen net zo snel als de landschappen veranderen. Soms steek je de top van een pas over en krijg je een volledig ander decor mét ander weer.
3. Onze route, hoe was die? Wat Shih en mezelf betreft zeker oké. Ik hou van de afwisseling tussen vlot rijdbare banen en de tragere, meer kronkelende en ook meer verlaten wegen. De omgeving is voor mij zeker even belangrijk als het asfalt. Wil je meer focussen op het ene of het andere, dan kan dat in de Pyreneeën perfect. En zoals ik al eerder aanhaalde: niet alleen de Spaanse kant is de moeite, ook de Franse zijde heeft wel degelijk heel wat te bieden. Veel zou ik niet aan onze route veranderen, alleen zou ik de Cirque de Gavarnie er ofwel volledig uitgooien (voor een snel kiekje is het eigenlijk te veel tijdverlies) ofwel moet je er minstens een halve dag voor inplannen.
4. Nog ‘s naar de Pyreneeën? Met plezier! We hebben veel gedaan, maar ook veel links laten liggen. Niet alleen vanwege ons probleempje op dag 4, maar gewoon omdat een week erg kort is om àlle highlights te doen. Bardenas Reales stond bijvoorbeeld ook op ons verlanglijstje maar heeft onze uiteindelijke plannen niet gehaald. Goeie reden om terug te gaan.
5. Campings. Buiten de gîte van de eerste nacht hadden we niets geboekt. Overal plaats gevonden, één keer lagen we zelfs helemaal alleen op de camping. Tijdens het hoogseizoen kan dat wel ‘s anders zijn. Ik heb het op een paar plaatsen nagevraagd: vanaf half juli en zeker in augustus reserveer je best. Volgens de campingmedewerkers natuurlijk, het kan dus ook een verkooppraatje zijn.
6. In bepaalde gebieden in Frankrijk heb je een ecovignet nodig. Het zogenaamde Crit’Air vignet. In het departement Pyrénées-Atlantiques (dat we aandeden tijdens deze trip) kan bijvoorbeeld een tijdelijke vignetplicht gelden bij een vervuilingspiek, en ook als je Parijs wil inrijden heb je het vignet nodig. Voor alle zekerheid hadden we dus een vignet gekocht. Sommige snoodaards verkopen ze online voor 20 euro, maar bij het Franse ministerie scoor je er eentje voor 4,21 euro. Kan wel even duren vooraleer het vignet in je bus valt, dus best op tijd bestellen.
Foto’s: Jean Le Motard
Video’s: Shih Le Motard
Wauw, wat een schitterend verslag met geweldige info…hartelijk dank om dit te mogen lezen 😍
Jan geweldig verslag van een leuke motor .