Alpentrip 2017: het verslag (deel 3)

(klik hier voor deel 2)

Dag 6, maandag 21 augustus

Start: 8u55, Camping Miravalle, Campitello di Fassa (Italië)
Finish: 17u40, Camping Presanella, Temù (Italië)
Afgelegde afstand: 285 km
Afgevinkt: Costalungopas, Mendelpas, Forcella di Brez, Stelviopas, Gaviapas
Gemiddelde snelheid: 46 km/u
Gemiddeld verbruik: 5,2 l/100 km
Bekijk de route op Google Maps.

Gisteren mocht ik bij het inchecken op Camping Miravalle niet direct betalen. “Enkel bij het uitchecken, meneer. Nee, geen uitzonderingen.” Om 8 uur is het dus file aan de receptie. Direct een serieuze vertraging van de start. Prijs voor een nacht voor 1 persoon, tent en motor: 29 (!) euro.

Ik neem afscheid van de Dolomieten met de Costalungopas. Niet zo impressionant als de passen van gisteren, maar toch een paar mooie uitzichten op weeral een joekel van een rotsformatie, en met een mooie doorsteek door de bossen.

De Mendelpas heeft een beetje vanalles in huis. Een paar haarspeldbochten, enkele fijne lange draaiers en hier en daar een stuk waar je de gaskraan ‘s flink kan opendraaien. Maar ook opletten geblazen met gevaarlijke blinde bochten, erg smalle passages en kapot asfalt. Hoe dan ook, ik kan me voorstellen dat als je in de buurt woont, dit tot je favoriete lappen asfalt behoort.

Van drukte is hier trouwens geen sprake. Dat was deze morgen wel anders. Niet enkel staan aanschuiven aan de receptie maar ook in het dorp en de daaropvolgende dorpen was het bumper aan bumper.

Op de Forcella di Brez valt opnieuw de slechte staat van het wegdek op. Dit pasje moet je niet nemen voor de uitzichten, maar het maakt veel goed met fijn bochtenwerk doorheen de bossen. Ook hier: geen kat te bespeuren.

Daarna moet ik een eentonig stuk richting Stelvio verteren. Even op de tanden bijten. Vandaag klim ik vanuit Prato allo Stelvio omhoog. Zaterdag was de zuidbeklimming niet echt moeilijk, maar vandaag is wel even anders. Het is weer wennen aan dit type haarspeldbochten, want in de Dolomieten kom je ze niet tegen aan deze frequentie en moeilijkheidsgraad. Bovendien is het superdruk op de Stelviopas. Auto’s, motoren, fietsers, bussen en zelfs één takelwagen die zich – oh ironie – heeft vastgereden in de eerste steile haarspeldbocht.

Ik moet de volle aandacht erbij houden, constant. Andere Stelvio-klimmers en -dalers nemen soms hun bocht verkeerd en brengen me daarmee in de problemen. En ja, soms is hier ook mijn eigen schuld.

Dat maakt dat de beklimming van de noordkant een pak spannender is dan de klim twee dagen geleden vanuit Bormio. Ook al omdat je hier 48 bochten op je bord krijgt, aan de zuidkant zijn er dat 14 minder. Je wordt gelukkig beloond met een sensationeel panorama.

De afdaling naar Bormio gaat erg vlot. Zo druk de bergop was, zo rustig is de weg naar beneden. Precies of iedereen de noordkant beklimt en op de top rechtsomkeer maakt.

Dan volgt de Gaviapas. Opmerkelijk: bordjes met maximum snelheid 40 km/u. Al snel blijkt waarom: de Gaviapas verdient de medaille voor slechtste wegdek van deze trip. Ik hobbel en stuiter naar boven, en alweer ben ik zo goed als de enige berggeit. Op pashoogte: een bijzonder mooi landschap met twee meren en besneeuwde bergtoppen.

Als ik de afdaling naar Ponte di Legno start: bordjes met maximum snelheid 30 km/u. Niet onnodig, want naast het slechte wegdek doet de zuidzijde van de Gaviapas er nog een schepje bovenop: een zeer smalle weg. Vaak maar net breed genoeg voor één auto, dus als een tegenligger opduikt, moet iemand zien of hij ergens toevallig aan de kant kan. Makkelijk is dat niet want op de schaarse uitwijkplaatsen ontbreken vangrails en tuimel je bij de kleinste misstap direct tientallen meters diep. En dan zijn er nog de talrijke blinde bochten. Kortom: Gaviapas, een welverdiende 10 voor kapot wegdek, gevaarlijke situaties en zeer mooie uitzichten op pashoogte.

Even voorbij Ponte di Legno sla ik m’n tent op op Camping Presanella. Kalm, en je mag helemaal zelf je plekje uitkiezen. Het winkeltje heeft weinig te bieden, maar er is wel een bar. Goedkoopste camping van de trip: 15 euro voor een nacht voor 1 persoon, tent en motor.

Dag 7, dinsdag 22 augustus

Start: 8u10, Camping Presanella, Temù (Italië)
Finish: 14u05, Riva Del Garda (Italië)
Afgelegde afstand: 221 km
Afgevinkt: Croce Dominipas, Passo Ravenola, Passo Dasdana, Manivapas, Brasa Schlucht
Gemiddelde snelheid: 44 km/u
Gemiddeld verbruik: 5,8 l/100 km
Bekijk de route op Google Maps.

De dag begint met flink wat kilometers SS42 tot in Breno. Een hoofdweg die zich vlot laat rijden en bochtig genoeg is om het interessant te houden. Een pak minder slaapverwekkend dan de Oostenrijkse doorsteek zaterdag.

Vanuit Breno zet ik aan naar de Croce Dominipas. Opvallend hoe snel je hier door kan jakkeren. Weinig haarspeldbochten maar een licht kronkelende weg die langzaam stijgt. Een fel contrast met de Stelvio van gisteren, maar ook leuk om te doen. Gewoon doorrijden en de motor soepel door de open bochten sturen. Er duiken soms blinde bochten op, dus te zot doe je best niet. Je zit hier vooral tussen het groen, zonder wijdse uitzichten.

Op pashoogte kan je kiezen: de pas volgen over de geasfalteerde SP669 of onverhard gaan over de SP345. Ik kan het niet laten en kies voor offroad, richting Passo Ravenola en Passo Dasdana. Niet al te moeilijk, een rustig kronkelende gravelweg met hier en daar wat ondiepe putten en kuilen. Ook niet zoveel onverhard, ik schat hooguit 5 kilometer. Echt gevaarlijk wordt het nooit, enkel de afgrond is soms diep en niet afgeschermd met vangrails. Knap om te zien: de verre uitzichten op de weg voor je, die tegen de helling plakt en mooi met de glooiingen meeslingert, en je zo over de Passo Ravenola en Passo Dasdana brengt.

Na dit offroadavontuurtje volgt onmiddellijk de Manivapas en eerlijk: saaiste pas die ik deze trip deed. Je kruist wat skiliften en alpenweides, niks dat we niet al gehad hebben. Mocht de Croce Dominii niet vlakbij liggen, het omrijden niet waard.

Nu gaat het richting Gardameer. Opnieuw via hoofdwegen die genoeg kronkelen om het leuk te houden. Net voor het Gardameer nog even de Brasa Schlucht meepikken, die via een klein, smal tunneltje de rotsen induikt en afdaalt tot aan het Gardameer. Als je in de buurt bent, zeker de moeite om ’s te rijden, ook al is de kans erg klein dat je er alleen bent.

En daarmee kom ik aan de finish: het Gardameer. Nu een paar dagen luieren en dan de snelste weg naar huis.

Besluit

1. De Alpen? Topbestemming. Onwaarschijnlijke landschappen staan begapen. De uitspringers: zonder twijfel Sellapas, Pordoipas, Fedaiapas en omliggende Dolomieten. Stelvio mag er zeker ook zijn, maar als je kan, probeer een rustig moment te vinden, bijvoorbeeld ’s morgens vroeg, tijdens een weekdag, buiten het hoogseizoen. Maar ook de rest van de Alpen hebben genoeg te bieden. Denk aan de Tremolapas, Splügenpas, Flüelapas en Gaviapas. En dan heb ik nog lang niet alles gezien.

2. Alleen rijden, is dat tof? Ja en nee. Ja, want je moet je van niemand iets aantrekken, je rijdt waar je wil, je stopt waar je wil, je eet wanneer je wil. Nee, want ’s avonds zitten nagenieten in je eentje is toch niet hetzelfde dan gezellig nakaarten met een paar medereizigers.

3. Die routes, waren die oké? Ja en nee. Heel veel gezien, maar 6 rijuren per dag was soms ook bijna een overdosis. Daarnaast zal ik – als ik nog ‘s zo’n routes uitteken – proberen om minder overbodige kilometers te maken. Helemaal rondrijden om een pas maar in één richting te rijden, zoals de Timmelsjoch: niet het briljantste idee. Volgende keer zeker overwegen om bepaalde passen van begin- tot eindpunt te rijden en dan gewoon terug van eindpunt naar het begin. Als dat zo beter uitkomt tenminste. Bespaart kilometers en tijd. En zo’n pas in omgekeerde richting doen, zo snel gaat dat écht niet vervelen.

4. Nog ‘s naar de Alpen? Jawel hoor, de Alpen, en deze passen, wil ik zeker nog ’s doen. Misschien niet morgen, maar als de gelegenheid zich voordoet wil ik die buurt best verder uitkammen.

5. Bochtentechniek. De vlotte bochten, daar weet ik wel weg mee (dankzij de bochten- en circuitcursussen die ik al deed). Maar de haarspeldbochten, daar is nog werk aan. Misschien ’s een cursus volgen die zich daarop toespitst.

1 thoughts on “Alpentrip 2017: het verslag (deel 3)

  1. Probeer haarspelden te rijden met een licht slepende achterrem. Dat geeft stabiliteit en controle. Niet teveel, wand dan rijd je ze witheet. En… zoals in elke bocht : kijken waarnaar je wil rijden. In een hairpin is dat vaak achter je 🙃
    Leuk verslag!

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.